Het zit er weer op, het is weer voorbij. Ik zit in mijn eigen woonkamer in Amsterdam, waar het trouwens voelt alsof het zomer is na het ijs- en ijskoude New York. Maar laat me je even terugnemen in de tijd en je vertellen over onze laatste twee dagen.
Woensdag ging Joss met Sacha naar het hoofdkantoor van Bobbi Brown, ging May met Maartje Verhoef op pad en begonnen Jet en ik onze dag in het appartement achter onze laptop. Rond lunchtijd verzamelden we bij Gitane, misschien wel de lekkerste lunchroom van New York waar we de tafel vol lieten zetten met couscoustaartjes, aubergines met geitenkaas en een steak voor Sacha, die wel wat mannelijk vlees kon gebruiken tussen al het biologische eten door.
Daarna gingen we naar de show van Boss Women om voor de deur te draaien, want een kaart voor zo’n grote show hebben we helaas niet. Althans, dachten we.
Want ik zal je verklappen, we kwamen gewoon binnen en dus zaten we opeens op de bovenste verdieping van een gigántisch gebouw, met uitzicht over de hele stad en voor onze neus de nieuwste collectie die Jason Wu voor Boss Women had ontworpen. Het was nogal een droom kan ik u vertellen.
De volgende stop op de agenda was de salon van O&M, onze absolute favoriet. Die avond hadden we een tafel in Indochine dus een knap kapsel was zeer welkom.
Indochine is één van de hipste restaurants van de stad. Ik was er precies een jaar geleden voor cocktails en hip & beroemd volk bleef maar binnenkomen. We proostten op een meer dan geslaagde Fashion Week en ondertussen was ik aan het appen met vriend Nish, die heel New York op speed dial heeft staan en letterlijk iedereen kent. Of we misschien cocktails in de Boom Boom Room konden drinken vroeg ik hem, want we waren fully dressed maar hadden no place to go. Je moet weten, de Boom Boom Room is een soort Fort Knox om binnen te komen en de strenge meisjes bij de deur laten je eigenlijk alleen binnen als je minstens drie keer in Forbes of Vogue hebt gestaan. Maar Nish stuurde een paar mailtjes en toen kwam het verlossende woord: “Jullie staan op de lijst.”
Dus daar gingen we. De Boom Boom Room zit op de bovenste verdieping van The Standard Hotel en biedt uitzicht over de hele stad en een overheerlijke kaart met cocktails (à $20 per stuk mind you).
Na een kleine fotosessie voor de ramen kwam de eerste cocktail, vrij snel gevolgd door de tweede en de derde. Afijn, we voelden ons behoorlijk on top of the world maar de volgende ochtend was dat gevoel als sneeuw voor de zon verdwenen. Vooral Josselin had het zwaar, geloof niet dat ik haar ooit een dag zo weinig heb horen praten.
Jet daarentegen ging vroeg met May en Sacha Central Park in om sportoefeningen te filmen (binnenkort op de site) en ik bleef bij Joss in het appartement, beetje uitslapen, beetje inpakken. Want het is inmiddels donderdag, de dag van vertrek. Als het huis re-de-lijk op orde is verplaatsen we de koffers naar het hoofdkantoor van One Fine Stay, parkeren onszelf in Mercer Kitchen voor lunch en tik en daarna ga ik met Joss en Sacha in de metro naar….
Times Square. Jahaaa lach me maar uit, maar ik wilde dus zó graag daarheen. De laatste keer dat ik daar was was toen ik 16 was, en de afgelopen Fashion Weeks kwam het er steeds niet van. Het is mijn grote guilty pleasure en het was het helemaal waard.
New Yorkers haten Times Square maar ik vind het zo groots en indrukwekkend, en toen ik ook nog eens Olaf van Frozen tegenkwam en een warm hug van hem kreeg was mijn geluk compleet. Daarna gingen we de M&M-store in waar vooral Josselin he-le-maal los ging, fanatiek haar mandje vulde en uiteindelijk met $100 aan personalized M&M’s weer naar buiten ging. We know we know, we zijn super losers.
We pikken May en Jet op bij het hoofdkantoor van One Fine Stay, gaan met onze driver naar JFK en dan zijn we in een wip weer terug in Amsterdam, en zijn we thuis. New York, je was weer geweldig en ik kan niet wachten om je in september weer te zien.