Het grappige aan rijden in die fonkelgoede Espace is dat ik een trofee bij me heb waar ik de waarde niet helemaal van ken. Natuurlijk vind ik hem fantastisch en ongelooflijk comfortabel (lees hier maar even), maar het is misschien een beetje alsof ik mijn mattelassé van Chanel bij mijn overbuurvrouw zou omhangen. Ze ziet dat het mooi is, maar hoe groot het meisterstuck is, weet ze niet precies.
Elke keer als ik tank of even ontzettend soepel een u-turn maak, zie ik mannen met open mond kijken. Nadat ik alle opties heb afgevinkt (is het mijn blonde haar? vinden ze dit jurkje van Tenue de Nimes zo superduper?) realiseer ik me ineens dat het de Espace is die hun volledige aandacht heeft. “Mag ik vragen hoe je aan deze auto komt?” en “Hoe rijdt hij?”
Grappige is dat mijn middelste meisje inmiddels alle snufjes kan opnoemen. Zij heeft namelijk de automatisch inparkeerknop ontdekt en vindt het reuze om het open dak te bedienen. Enfin, de auto is een hit.
Net als de rest van de vakantie. Ik verblijf hier op een soort vijfsterrenresort dat begint als camping deluxe maar eindigt met strandhuisjes in Polynesische stijl op het strand. Omdat ik nou eenmaal graag op de eerste rij zit, boekte mijn lief hier dus ook een villaatje aan zee. Tijdens het tikken van dit stukje zit ik op de veranda met uitzicht op de baai van Pampelonne waar metershoge jachten liggen. Ik vermoed dat de mensen op het schip het maar druk hebben met het opslurpen van Magnumflessen Taitinger uit het jaar 2000. Die zag ik hier namelijk bij de plaatselijke wineshop liggen. Voor €1600 per fles.
Ach, als je het hebt…
Gister ging mijn Whatsapp. Jetteke van Lexmond. Is hier ook met man en kinders. Dat werd wijn en dans en klets. En vandaag wijn, trein (voor de kinderen) ijs en klets.
Allergezelligst.
Vandaag ging de wekker vroeg omdat ik een afspraak had bij de Sisley Spa in het Byblos Hotel. Terwijl ik Jet toch zo had beloofd mee te doen aan de morning work-out op het strand.
Vrijdag dus. Ik beloof het. Plechtig.