Amayzine

Happy & Healthy

DE INDUSTRIËLE LOOK IS STIEKEM OM GEK VAN TE WORDEN

Vijf Amsterdamse tenten die het een beetje anders doen

Vanavond weer uit eten zeker? Laat me raden. Grote kans dat je een nieuwe tent gaat checken die, rapapa, lekker industrieel is ingericht. Je weet wel; bakstenen muren, schaarlampen, coole ijzeren krukken, een gietvloer, hangplanten (liefst zonder pot), een betegelde bar, kale peertjes aan het plafond… Soms met een sixties saus, dan weer met een tropische vleug. En soms écht gevestigd in een oude fabriek, maar regelmatig met uiterst authentieke steenstrips op de muur. Hoe dan ook: in de basis zien veel van die nieuwe tenten er stiekem uiteindelijk allemaal best wel hetzelfde uit. Of ben ik nou gek?

Dat was geen echte vraag.

Kijk, begrijp me niet verkeerd. Het industriële sfeertje is en blijft lekker. Ik ga bovendien belachelijk graag uit eten en ben dan ook blij dat er iedere week tig nieuwe restaurants bij komen om te checken. Uit eten is het nieuwe uitgaan! Maar het lijkt erop dat de industriële look echt alle horeca aan het rulen is. ‘k Zou zo graag weer eens een keertje echt verrast worden door een restaurant! Weer eens een écht nieuw interieur zien. En daarom ben ik naarstig op zoek gegaan naar zaakjes die het anders doen. En daarom presenteer ik bij deze vijf hoofdstedelijke plekken die (naar mijn bescheiden mening) interieurwise best heel aardig en anders zijn.

1. FC Hyena is een nieuwe bioscoop, wijnbar en petit-restaurant in Amsterdam-Noord. Toegegeven: ook hier hangt een industrieel sfeertje (het is dan ook gevestigd in een voormalig fabriekspand), maar wat styling betreft wordt het echt over een andere boeg gegooid. Kleur is het ding. Denk: gele krukken, blauw-wit geschilderde schoolstoelen, een groene bar, opvallend rood gekleurde bol-lampen en zelfgemaakte oranje bioscoopbanken. Hulde! Kleur is cool!

2. The Fool Bar is het kind van Douwe Bob en vriend Nando Koridon. Een diner waar je u tegen zegt, een plek waar je def een avond wilt dansen, sjansen (met Douwe) en drinken. De styling is all American, compleet met knalrode banken, een jukebox en sixties krukken. Feestje, mensen. Rock ’n roll, mensen.

3. The Lobby Fizeaustraat (onderdeel van Hotel V) zit dus ook weer in een oud, groot kantoorgebouw (sorry), maar de inrichting is heerlijk. Bamboe kamerschermen, geweldige wall hangings in warme kleuren, vintage dressoirs en (dit is echt een ding) een goede akoestiek. Dus geen gehoorbeschadiging aan het einde van je avond. Oh, en laat ik de fantastische seventies Togo-bank niet vergeten, die ik overigens ook zelf heb staan omg zo’n vette bank echt ik ben er takkeblij mee maar ik dwaal af. Wat ik wou zeggen: zó een tiptop plek dat je gewoon het hele interieur wilt hebben hebben hebben. Ja, dat moest drie keer. Echt een aanrader voor ontbijt, lunch, borrel én trouwens ook gewoon een perfecte werkplek.

4. Blue Boy Amsterdam is een van de nieuwe initiatieven van Casper Reinders en Serge Rijn. Het is een restaurant en cocktailbar, en de inrichting is een fascinerende, eclectische mix: wit rieten cocktailstoelen, grenen (!) bistro tafels, gerestylede krukken van oud-bordeel Yab Yum, een grote blauwe Chinoiserie-kast, een levensgrote vintage of misschien zelfs antieke circusreclame en een witte porseleinen hazewindhond. Het eten is er bovendien heerlijk, waarbij je overigens niet van de kaart kiest maar gaat voor een vier- tot zevengangenmenu. Kleine waarschuwing: de kok houdt hier van versieringen op het bord die je niet op kunt eten. Zo zette ondergetekende haar tanden gezellig in een keihard ongekookt boontje, en moest ik even later opletten dat mijn eten niet in het ondergelegen hooibedje (!) zou vallen.

5. Cafe Lorem krijgt hier last but not least nog een vermelding. Ze gaan zaterdag 12 november open (in een speciaal en apart deel van Meneer Nieges) en het belooft de feel te hebben van een heerlijk ouderwetse bruine kroeg, met kleintjes pils en kaasblokjes met vlaggetjes. Je weet wel, zo’n bar zonder industriële feel. Eindelijk! Prima plan!

Love & Sex
Top 3
Trending Topics
Top 3
BY May-Britt Mobach