Travel

Wat onze lieve Bo deze week allemaal uitspookt? Dat lees je hier!

Van New York naar Zweden, weer terug, door naar Marokko, wat bezoekdagen aan Nederland tussendoor, een trip naar Miami, nog een paar dagen Aruba en nog een keer Miami. Met het aantal vlieguren zit het dus wel snor. Maar al deze expedities waren óf van korte duur óf stonden in het teken van bruiloften en partijen. En hoewel dat gigantisch leuk is, staan zulke buitenlandreisjes vooral in het teken van rennen van A naar B en stressen in verband met dresscodes. Dus een echte vakantie waar we helemaal nada moeten, behalve dan liggen en roddelbladen lezen in de zon met een pina colada in de hand, was er al dik twee jaar niet van gekomen. Tot vorige week. Eindelijk die vakantie. Met al mijn deadlines en blog-gedoe ‘on hold’ en Blue onder de pannen bij moeders, vertrokken we uit New York. Vanuit de taxi zag je langzaam de zon opkomen. En hoewel dat een prachtig plaatje is, was het heerlijk om er vandaan te rijden. Op naar Puerto Rico!

We zijn er! Aan de zee en met een uitzicht om van te dromen (ja, die ene links is vanuit onze kamer), begint onze vakantie op Puerto Rico. En hoewel ik duizend-en-één plannen heb wat ik wil gaan doen, nip ik eerst keurig aan een mimosa. Zo. Proost.

De eerste drie dagen zijn we op Puerto Rico. En ik kan er een heel poëtische paragraaf over schrijven, maar die eerste dagen bestonden vooral uit: in bikini op het strand hangen, minimaal één quesadilla per dag bestellen, slurpen aan zoete mojito-achtige mixdrankjes, uitslapen en poedelen in de zee… Meer kan ik er niet van maken en zo hoort het.

Maar naast al dat liggen, hangen en slapen heeft Puerto Rico ook een mooi stadje genaamd San Juan. De huizen zijn zoals dat op de Caraïben betaamt in alle kleuren van de regenboog geschilderd en vooral het oude fort is zeker een bezoek waard. Dus daar gingen we. Met nog resten sunblock op onze neus en ik op veel te hoge hakken, waanden we ons als ware Dora’s door San Juan. Het is opvallend rustig. Ik scoor nog een paar Puerto Ricaanse slippers en na het diner vervallen we comfortabel in ons patroon van liggen, hangen en slapen.

Maar mooi is het stadje je zeker. Kijk maar. Oh, en nog even een tip voor hen voornemens Puerto Rico te bezoeken: ondanks dat het stadje super leuk is, zou ik je toch aanraden in onze buurt (wij zaten in La Concha) een hotel te boeken. De buurt en het strand zijn daar prachtig en dat heeft San Juan zelf niet echt.

Tijd om naar Vieques te gaan. Een magisch eiland, zo’n 20 minuten vliegen van Puerto Rico. Hier lach ik al als een boer met kiespijn. Ik weet namelijk wat me te wachten staat. Ja ja, een paradijs. Maar om daar te komen moet ik in een vliegtuig dat ontzettend klein (max 7 personen passen erin) en krakkemikkig is (of lijkt). En dat, dat is een dodelijke combinatie met vliegangst. Laat ik daar nou net last van hebben… Maar ik verman me, loop in ferme pas richting het minivliegvoertuig, en dan zie ik deze stoelen. Mijn adem stokt. En dat moet je begrijpen. Kijk even, deze stoelen! Kijk hoe klein! Help! (Ondertussen kan de aanstaande niet stoppen met lachen…)

De tranen stapelen zich op. Naast dat ik niet durf te ademen, durf ik ook niet te knipperen. Ik ben bang dat er een tsunami aan tranen uit m’n ogen schiet als ik dat doe. Dus ik zit stil. Heel stil. Stoer probeer ik foto’s te schieten van het waanzinnige uitzicht. Want dat is wel echt waanzinnig. Maar na fikse turbulentie hou ik het niet meer. Een gillend speenvarken lijkt me over te nemen. Gelukkig draaien de motoren zo hard dat niemand het hoort. Behalve aanstaande. Hij is eindelijk gestopt met lachen…

God oh god. Ik kan de grond wel zoenen. We zijn er. We zitten in het W Hotel en ze hebben zelfs een eigen airport lounge! Wat een luxe. Snel snaai ik een verse sap weg in de lounge en een paar minuten later worden we in geblindeerde Jeeps door de jungle gereden. Het lijkt wel de openingsscène van Jurassic Park. En dan komen we aan. En werkelijk waar, dit resort, dit eiland, dit, dit is het paradijs.

Privéstranden met dit soort idyllische entrees, uitzichten bij zonsondergang om van te dromen, heerlijk eten, een prachtige inrichting en de alleraardigste mensen. Serieus alles klopt aan dit eiland. En vooral ook de mensen. Ze zijn zo aardig. Maar niet aardig als in wij-verlenen-service-aardig, maar zo vriendelijk en toegankelijk dat je ze bij wijze van spreken allemaal wilt toevoegen op Facebook. En trouwens niet alleen de mensen van het W resort, iedereen op Puerto Rico en Vieuqes is ontzettend vriendelijk. Mijn Puerto Ricaanse vriendin vertelde me al eerder dat dit hun cultuur is. En het is echt waar.

Oké, we hebben een heerlijke kamer, alles is dik in orde en tot in de puntjes geregeld. Maar ik als badfanaat ben vooral onder de indruk van dit bad. Dit wil ik als ik groot ben ook.

Wakker worden we op een van deze ligstoelen. Ontbijten doen we vervolgens zo.

Dan gaan we naar ons strand. Ik zeg ‘ons’, want zo voelt het ook. Er is niemand. Behalve wij, de parasol en de net bestelde Puerto Ricaanse biertjes.

De wekker gaat onchristelijk vroeg. Maar dat is niet erg, want Roscoe wacht samen met z’n vriend om ons twee uur over Vieques te hobbelen. We gaan over de stranden, galopperen door de zee, beklimmen bergtoppen en wandelen over Black Beach, het zwarte verborgen strand van Vieques.

Dit is Jorge. En ik vertelde al over de alleraardigste cultuur van het eiland, maar als iemand daarin de kroon spant, dan is het Jorge. Hij haalt ons op voor een tour over het eiland. Samen met Teun mag ik voorin op het middenconsole zitten. Overal stopt en zwaait hij naar mede-eilandbewoners. Iedereen kent Jorge. Alle tienduizend. En dat is ook niet gek. Dit is de leukste man van het eiland. Hij vertelt ronduit over van alles en nog wat. Scheurt tegelijkertijd over het eiland en laat ook nog eens foto’s van z’n kids op z’n telefoon zien.

Na een paar keurige bezienswaardigheden slaat hij rechtsaf, een verlaten weg op met allemaal bordjes met explosies erop afgedrukt aan de kant van de weg. Er liggen hier nog allemaal oude bommen van het Amerikaanse leger dat hier nog tot een paar jaar geleden trainingen deed en zonder hun explosies op te ruimen is vertrokken. Gevaarlijk dus. Maar aan het einde van deze bommen- en granatenweg is het mooiste uitzicht én een geheim strand. Jorge zegt dat het de moeite waard is, dus dan is het zo. We knallen met 100 kilometer per uur langs de explosieven en komen dan bij een adembenemend deel van het eiland.

We klimmen naar de verborgen plekken…

…komen langs de mooiste stranden van het eiland en zeggen de wilde paarden van Vieques gedag.

Mocht je ooit op Vieques komen, bel dan Jorge. Hij laat je de mooiste plekken van het eiland zien en als je al niet glimlachend zijn wagen instapt, dan stap je er zeker glimlachend uit.

Na 8 dagen onze telefoon op stil, de e-mail onaangeroerd en met een gezonde kleur keren we weer terug in New York. Het regent. Maar na zo’n week deert dat niet.

En snel maak ik me klaar voor de grootste show uit mijn New York-carrière. Marc Jacobs! Het was magisch. En Emilia blaast een zoen in de lucht.

Voor ik het weet, ren ik weer door de straten. Het is druk, maar na zo veel rust en reinheid mag het ook wel weer een beetje, dat stressen. Lang leve de XL cappuccino’s en wat is het toch weer fijn om thuis te zijn!

Travel
Top 3
BY May-Britt Mobach
Trending Topics
Top 3
BY May-Britt Mobach