De dag dat je hoort dat je er twee krijgt
Ik heb denk ik vijf uur lang non-stop gehuild en eigenlijk elke dag die volgde, óók. Van de schrik, vooral. Maar ook om de angst voor het onbekende.
Als je in april nog zwiert met al je vrienden in de kroeg en doet alsof je zestien bent, je eind mei trouwt en eind augustus weet dat je moeder van twee kinderen wordt, dan is dat wennen. Dat ik zwanger ben weet ik nu inmiddels bijna vijf weken. Je leven verandert op het moment van die positieve test, alles verandert al. Ontzettend mooi, absoluut gewenst en een geweldig spannende tijd. Je voelt je anders, je bent misselijk en moe en denkt ‘dat hoort er gewoon bij’. Je denkt niet: er zal wel iets anders met mij aan de hand zijn. We keken ontzettend uit naar die eerste echo na acht weken. Eindelijk zouden we te horen krijgen of het hartje klopt en of alles goed is. En dan…
Staat je wereld op z’n kop. Volledig ondersteboven. Het leven kun je niet plannen. Dat leer je, binnen drie tellen. In drie tellen, waarin een verloskundige zegt: ‘O, wauw, jongens… Ik zie hier nóg een hartslag!’ Ze meent het. Ze maakt geen grap. Mijn man roept: ‘Ach Jezus’ en ‘O god’. Het zijn er twee. Er groeien TWEE baby’s in mijn buik. Nu, op dit moment.
Wacht even hoor, hormonen spelen op, even een tissue pakken.
Het eerlijkst wat ik kan zeggen? Dit had ik niet verwacht en vroeger niet zo voor mij gezien. Ik had mijn leven anders bedacht. Je denkt: ik word moeder. Dan over twee, drie jaar word ik nog een keer moeder. Leuk. Maar je denkt nooit, nooit… Dat het dubbel feest is in je buik. Het is een wonder. Maar ook onbekend en dus heel spannend. Het overkomt je. Je denkt alleen maar: dit gebeurt mij niet. Niet in mijn lijf. Dit is iets voor in films, voor anderen. Voor kennissen van je. Nou, niet dus.
Vriendinnen zijn lief, ouders zijn lief… Maar ja. Ik ben de enige bij wie het gaat gebeuren, nu. Ze gaan in mijn lijf groeien de komende zeven maanden en ík moet van twee bevallen opeens en ík moet twee kindjes tegelijk gaan verzorgen, ergens in maart volgend jaar. Die onbekende toekomst maakt me emotioneel. Plus: we moeten snel verhuizen uit Amsterdam. Ook dat nog, na twaalf jaar in m’n stad. Ik kan het niet bevatten en ik weet oprecht niet wat ik allemaal voel. Ik ben heel blij dat het er allemaal gezond uitziet, dat zeker. Het idee van moeder worden? Ben ik ook blij mee. Daar ben ik aan toe. En het is een geschenk, dat we zo vruchtbaar zijn, dat het zo snel raak is. Daar ben ik mij van bewust. Maar op mijn 29e gelijk moeder van twee? Dat moet landen.
Nogmaals: je kunt heel veel plannen in je leven, maar dit niet. Je kunt je man kiezen, je bruiloft tot in detail uitstippelen, je favoriete huis kopen en je snoezige Whiskas-katten uit een nestje halen. Maar dit gebeurt. Dit is het echte leven. Ik zie mezelf nog altijd niet als moeder van een tweeling. Ik zag het nooit zo voor me, dat ons dat zou overkomen. En ik ga het vanaf nu allemaal meemaken. Ik ga het met de dag meer accepteren. Ik zal met de dag hopelijk minder misselijk en emotioneel zijn, zodat ik het zwanger zijn steeds leuker ga vinden. De dag waarop ze er allebei zijn op deze wereld en het mijn eigen kindjes zijn, hou ik het allermeest van ze. Dat weet ik nu al. Natuurlijk. Je eigen kinderen, het mooiste wat er is. Daar kijk ik wel naar uit. Maar eerst een next level zwangerschap. En dat is best wat.
Ik vind het bijzonder dat er nu zoveel gebeurt in mijn buik, dat zeker. Maar ik ben vooral heel, heel emotioneel. Omdat ik bang ben voor het onbekende. Het dubbele onbekende.