Amayzine

De hotelnachtmerrie

We wilden weer eens naar ons geliefde Portugal. ‘We’ is hij en ik. Ik wilde Lissabon, hij wilde de Algarve. Het werd een roadtripje, zodat we het allebei konden doen. We zouden nog extra stoppen in Porto én dat minuscule gezellige vissersdorpje waar Sander zich in verdiept had.

Meneer beticht mij hier en daar van snobistisch gedrag dus hij zou wel even een ‘prima’ appartement uitzoeken voor de tweede nacht. ‘We slapen er toch maar een paar uur en dan krijg jij in Lissabon vrij spel qua hotels.’ Fair enough. We rijden naar het vissersdorpje waar ik al één oogopslag zie dat er geen ene ruk te beleven valt en dat het überhaupt niet echt de knapste plek is van de regio, maar ik hou me in. Hij krijgt zijn vissersdorp, ik krijg daarna het roze boutiquehotel met ornamenten in het plafond in het centrum van Lisboa.

De poort waarachter het appartement schuilt zit op slot. Niemand doet open. Correctie: een half uur lang staan wij op een bloedhete parkeerplaats en hebben we geen idee wat wijsheid is. Het enige telefoonnummer dat we hebben gekregen geeft geen gehoor. Dan belt na drie kwartier eindelijk de eigenaar om te melden dat zijn schoonmoeder (die ernstig in de file staat) nu onderweg is, en dat in het appartement nog even ‘snel’ de lakens vervangen moeten worden en ze ons dan een rondleiding kan geven. Ik voel een chagrijnigheidsaanval opkomen. Sander kijkt me streng aan en zegt dat we gewoon even geduld moeten hebben. Want ik ben toch altijd te ongeduldig en in Portugal is alles gewoon laid-back.

Anderhalf uur staan we op een brandende parkeerplaats als er eindelijk een autootje onze kant op komt tuffen. Twee vrouwen stappen uit en spreken geen woord Engels, maar wenken ons richting de poort. Het leuke ‘zwembad’ dat Sander me had laten zien op de foto’s ziet er nogal ehm, leeg uit. Als we het appartement binnenlopen, vliegt de geur van natte paddenstoel me naar de keel. Ik krijg de slappe lach en zie ook Sander moedeloos om zich heen kijken. Dit is het ranzigste huis ooit. No way dat we dit gaan doen. De vrouwen begrijpen nog steeds nul komma nul Engels, maar handgebaren ons dat we onze koffer uit de auto kunnen halen terwijl zij de muffige lakens verschonen voor een soort wolgebreidachtig kleed waar je spontaan smetvrees van krijgt. We hebben maar één blik nodig.

Hij denkt wat ik denk. We lopen de eerste tien meter normaal. Daarna snel. In draf. Al sprintend. We rennen naar de auto, springen erin en zetten ‘m toch als twee voortvluchtige boeven op het F*CKING PLANKEN. ‘RIJ VOOR JE LEVEN, SAN!!!’ schreeuw ik. Proestend van het lachen. Huilend. Die auto moest nog bijna aan de kant ook, omdat het gewoon gevaarlijk was om Zo Erg De Slappe Lach te hebben achter het stuur.

Nee, chic was het allerminst om er zo tussenuit te piepen, maar menselijk om überhaupt geld voor dat huis te vragen was het ook niet, tabee. Lieve San, je bent een schat, maar hotels uitzoeken, laat dat voortaan maar aan mij over, goed? Vind je die paddenstoelen voortaan alleen nog maar op je bord in plaats van in je bed. Sukkeltje.

Love & Sex
Top 3
Trending Topics
Top 3
BY May-Britt Mobach