Wat doe ik mezelf aan?
Ik houd van bootjes en van varen. En ‘ineens’ hoorde ik ‘overal’ dat het examen voor je klein vaarbewijs volgend jaar moeilijker wordt. En dat je praktijkexamen moet gaan doen. Iets wat mij overigens best een goed idee lijkt als je naar een gemiddelde mooie dag het geploeter in de sluis bij Loenen bekijkt, maar als ik het even kon overslaan leek me dat toch een beter idee.
In Italië willen we nog wel eens een bootje huren, maar omdat Italianen dol zijn op officiële documenten, stempels en handtekening ben je daar zonder geldig ‘patente nautica’ helemaal nergens en dus krijg je alleen het traagste sufferdje mee bij een windkracht die ergens tussen de 0 en de 1 schippert. Dus na zo’n heerlijk dagje dat smaakte naar meer had ik zomaar ineens mijn teerbeminde en mijzelf opgegeven voor de cursus klein vaarbewijs en hops, we boekten er meteen het examen achteraan. De cursus hebben we inmiddels achter de rug (was even wennen, een dag in de schoolbanken, maar reuzeleuk) en het examen hangt als een enorme donderwolk bij windkracht 8 (te herkennen aan kammen op de golven die beginnen te breken, zoals je kunt lezen op pagina 38 van het cursusboek) boven mijn hoofd.
Ik droom over voortrossen en achterspringen, heb ruzie (nou ja, ruzie, ruzie, woorden) over welke kant de achterkant van het schip opdraait als je een rechtsdraaiende schroef in zijn achteruit zet en wat de kortste draaicirkel is als je een rechtsdraaiende schroef hebt. Ook weet ik dat je bij vlam in de pan juist geen branddeken moet gebruiken en dat je als je twee parallelgeschakelde accu’s wilt opladen je de stand op 12 volt moet zetten. Bij seriegeschakelde accu’s zet je de stroom op 24 volt, dat moge duidelijk zijn.
Ik voel me een beetje als toen ik in een vlaag van verstandsverduistering en -verbijstering ‘ja’ had gezegd om mee te doen aan De Slimste Mens en daar maanden soppend van het zweet van wakker ben geworden. Gelukkig is mijn examen donderdag. Niet gelukkig in die zin dat ik pas bij bladzijde 180 ben in het cursusboek, maar wel dat ik er bijna van verlost ben. Adeline op links heeft het examen al binnen en stoot gewoon door naar de cursus Grieks want het beviel haar wel, dat krakende hersenpannetje. Dus wie weet ga ik straks soepeltjes door naar de cursus Marifonie, om maar eens een dwarsstraat te noemen.
Je hoort het. En denk aan me donderdag om 13:00 uur.