Hier is heel Parijs van in de ban

Wil je echt voor een Parisienne worden aangezien, dan moet je de dag vooral beginnen met een croissant au beurre die je in café crème doopt. Met een sigaretje toe.
Kom je bij het midden van de croissant, dan lukt het dopen niet meer, en dan heb je het gedonder in de glazen, zoals mijn opa altijd zei. Kruimels op alle plekken waar je ze niet wilt hebben. Het is dat ze zo lekker zijn, anders zou ik een croissantverbod in mijn huis willen invoeren. Maar dat is niet nodig. Tenminste, als we verhuizen naar een maison dat op huppelafstand van het Ritz Hotel in Parijs ligt.

De beste bakker
In het Ritz Hotel, sowieso geen vervelende plek om je uurtjes te slijten, zit een bakker: Ritz Paris Le Comptoir (ik schreef er al eerder over, samen met mijn lijst dingen die ik allemaal nog moet doen in Parijs), met achter de knoppen meesterpatissier François Perret. Die overigens, als je zijn gestalte bekijkt, alleen maar naar zijn creaties lijkt te kijken. Of misschien proeft en spuugt, dat kan ook. Maar hij is zelf geen grootgebruiker van zijn bijzondere beurre uit Bourg en Bresse, getuige zijn ranke silhouet.

Waar de Fransen normaal gesproken niet zo happig zijn op veranderingen in hun cuisine, want de Franse is sowieso de beste, durfde Perret het ongelooflijke: hij maakte een rechthoekige croissant. Zodat deze makkelijker te eten is – je schuift hem zo naar binnen – en hij helemaal constant blijft in knapperigheid. Om de beleving optimaal te maken, schraapt hij kleine baantjes in de bovenkant zodat het extra krokant wordt.

Een croissant to go kost €4,-, maar waarschijnlijk sta je wel een uurtje in de rij. Een ander idee: ga naar theesalon Proust in het Ritz en bestel daar een kopje Earl Grey met een bijpassend taartje of croissant. Dan ben je iets meer kwijt, maar heb je een beleving waar je een paar maanden op kunt teren.