Nicole Kidman heeft dus toch gelijk
Een orgasme-depressie bestaat echt

Als we ergens niet over uitgepraat raken, dan is het wel Babygirl. Of het een feministisch pamflet is of juist niet, hoe geweldig Halina Reijn is, maar vooral over de orgasmes van Nicole Kidman (heb je trouwens de Perfect Couple ook gezien). Kidman kwam tijdens de opnames zo vaak en intens tot een hoogtepunt dat ze, zo vertelde ze aan de New York Times, op een bepaald moment een orgasme-burnout had.
Nooit meer klaarkomen
“Er waren momenten tijdens de opnames dat ik dacht: ik wil niet meer klaarkomen. Kom niet in mijn buurt. Ik haat dit. Het kan me niet schelen of ik nooit meer in mijn leven word aangeraakt! Ik ben er klaar mee.”
De orgasme burn out
Orgasme-burnout werd in de volksmond al gauw een orgasme-depressie genoemd, en die bestaat dus echt. Het heeft zelfs een medische term: PCD oftewel Post Coïtale Dysforie. Dit is niet eens een zeldzaam fenomeen: 46% van de vrouwen krijgt er ooit mee te maken en 41% van de mannen.
Een seks-depressie
Huilen, irritatie, schuldgevoelens, depressie, leegte, angst of paniekaanvallen. Sommige personen willen na de seks niet meer aangeraakt worden, alleen zijn of zelfs weggaan. Als iemand PCD heeft, zal er na het vrijen niet worden gepraat, gezoend of geknuffeld.
Hoe komt het?
- Hormonen: Seks creëert een piek van hormonen zoals oxytocine en dopamine. Na pieken volgen dalen – dat weten we allemaal.
- Realiteit: Na het orgasme kan de realiteit, zoals een slechte relatie, je keihard om de oren slaan.
- Neerslachtige aanleg: Een sombere persoonlijkheid kan ervoor zorgen dat vrijen niet per se vrolijk voelt.
- Trauma: Vervelende seksuele ervaringen uit het verleden kunnen na een orgasme naar boven komen.
Bij de opnames van Babygirl was een intimiteitscoördinator aanwezig, zoals tegenwoordig vaak gebruikelijk is bij series en films, om de grenzen van de acteurs te bewaken. Ik neem dus aan dat Nicole Kidman goed begeleid is in dit proces.
Maar als jij worstelt met negatieve gevoelens na je orgasme, kan het helpen om het te benoemen. Misschien niet meteen bij je partner, maar eerst bij iemand bij wie je je veilig voelt. Het opschrijven kan ook een eerste stap zijn. Als dat niet helpt, is het zeker verstandig om hulp te zoeken bij een therapeut.