We zitten nog middenin dry January, maar de volgende ‘challenge’ is alweer begonnen

We zitten nog middenin dry January maar de volgende ‘challenge’ is alweer begonnen: 30 dagen zonder te klagen door het leven gaan. Misschien is het strategisch gepland, zo tijdens de alcoholvrije periode ook nog eens proberen niet te gaan zeuren over het feit dat je geen alcohol drinkt. Ik twijfel er niet over: voor mij is het gewoon onmogelijk om 30 dagen helemaal niet te klagen. Af en toe even goed klagen is heerlijk. Je voelt de spanning van de irritaties met elk woord wat je zegt je lichaam verlaten. Voor je het weet voel je je weer volledig ontspannen en ga je gewoon lekker verder met je dag.

Uit onderzoek bleek al eerder: klagen is gezond

Je gezondheid moet toch wel de belangrijkste reden te zijn om niet 30 dagen lang je ergernissen binnen te houden. Dat stress niet goed voor je is, weten we allang. Dat kan serieuze gevolgen voor je gezondheid hebben. Dus de belangrijkste vraag is, zitten er ook gezondheidsvoordelen aan het niet-klagen? Zeker. Niet klagen zorgt er namelijk voor dat je een positievere mindset hebt. Hierdoor kijk je wat rooskleuriger naar alles in het leven, en is het makkelijker om in oplossingen te denken. Daarnaast zorgt klagen er soms voor dat je juist eventjes méér stress ervaart, doordat je na een stressvolle gebeurtenis nog een keer tot op de bodem gaat uitzoeken wat er precies aan de hand is om het goed aan een ander te kunnen uitleggen. Dit betekent dus dat je één stressvol moment twee keer ervaart, in plaats van dat je het van je af laat glijden. Wat ook erg fijn is aan niet klagen, is dat je omgeving het een stuk gezelliger vindt om met je om te gaan als je niet de hele tijd aan het zeuren bent.

We moeten natuurlijk wel wat nuance aanbrengen: niet klagen heeft ook een keerzijde

Zoals gezegd voel je tijdens het klagen al dat je de spanning langzamerhand steeds meer kan loslaten. Als je helemaal nooit klaagt, kan het dus voor een grote ophoping van emoties zorgen. Daarnaast is klagen ook een vorm van connectie maken met anderen. Een gedeelde ergernis zorgt voor herkenning bij elkaar, en het gesprek wat daarover geeft de ander het idee dat je je kwetsbaar opstelt. Daardoor krijgen mensen onbewust het gevoel dat je te vertrouwen bent. Het kan dus lastiger zijn aansluiting bij anderen te vinden als je niet af en toe eerlijk zegt wat jij allemaal vervelend vindt vandaag. Sommigen noemen de veel te optimistische manier van denken zelfs ‘giftige positiviteit’. Het is in sommige gevallen namelijk gewoonweg ongepast om de negatieve situatie niet te erkennen. Niet alles hoeft een positieve draai te krijgen.