Amayzine

De auto-avonturen van Jet en Lies op de péri-paniek, deel 2.

Goed je weet inmiddels hoe rampzalig de heenrit ging, maar eenmaal in Parijs aangekomen moesten we natuurlijk ook weer terug. We zeiden nog tegen elkaar, “ach de heenrit was zó’n drama, dan kan de terugweg alleen maar meevallen.” En bovendien, de périférique zal vast heel rustig zijn op zondag want wie gaat er dan Parijs uit. We hadden afgesproken dat omdat ik Parijs in was gereden, Jet Parijs uit zou rijden. Maar goed Jet had ook een bijna-doodervaring met achteruitrijden dus we zijn deux tres getraumatiseerde meisjes die nu 600 kilometer naar huis moeten rijden. We wilden niet te laat thuis zijn dus reden om 15:00 weg van ons hotel, lekker alle tijd hebben enzo. Het achteruit wegrijden van de parkeerplek ging goed, ik bleef even op de stoep wachten zodat Jet in alle concentratie dat ding naar achter kon manoeuvreren, wat verrassend soepel ging.

En daar gingen we. Twee keer links een keertje rechts en zo hup hop de snelweg op niets aan de hand. Totdat, file. FILE. Overal auto’s, overal remlichten. PANIEK PANIEK PANIEK. We stonden niet in de tunnel maar toch, het was eng zat. Jet sloeg zich er kranig doorheen en ze zat niet per se lekker op de stoel, maar het ging re-de-lijk voortvarend. Totdat het volgende gebeurde. De weg neemt een klein beetje een helling aan (of, in Jet haar woorden, “JEZUS WE STAAN OP EEN BERG”) en als het verkeer dan weer stopt, wij noodgedwongen stilstaan en dan weer moeten rijden, slaat de motor af.

“Oke Jet niets aan de hand, rustig de koppeling op laten komen en dan gewoon lekker veel gas geven zodat we in ieder geval weer rollen.” sprak ik alsof ik ook maar een béétje wist waar ik het over had en alsof ik zelf niet ook doodsangsten uitstond. Ze probeert de auto aan de praat te krijgen maar in plaats van rollen slaan we wéér af, en nog een keer en nog een keer. Ondertussen staan we dus op de enorme berg en ik zie dat we langzaam naar achter rollen, dat ziet de bestuurder achter ons en die begint dan ook enorm te toeteren. Jet zag het echter niet en probeert nog steeds de koppeling te begrijpen en ondertussen zeg ik “eh Jet je moet even remmen, we rollen naar achter.”

Geen reactie.

“Jet, we rollen naar achter, remmen nu.”

Nog steeds, pas de response.

“JET JE MOET NU NU NU NU REMMEN.”

Echt nét op tijd trapt ze de rem in maar het kwaad was natuurlijk al geschied en de paniek was groter dan ooit. Bevend en trillend gaan we door, maar ik zie aan Jet dat nu ook bij haar de tranen nog net niet uit haar ogen knallen en zelf zegt ze met een klein bibberend stemmetje “Lies ik ben echt een beetje in paniek nu.” Met het laatste beetje durf rijden we verder en goddank is er al snel geen file meer maar de stress valt ook na anderhalf uur maar niet van Jet af, die half mediterend achter het stuur zat om zichzelf rustig te ademen, dus we besluiten even te stoppen bij een grote benzinepomp voor wat drinken eten plassen en roken.

Eenmaal uit die auto wordt de angst niet minder, maar alleen maar erger. Want wie gaat er nu verder rijden? Daar komt bij dat de snelweg waar we straks weer op moeten behoorlijk druk is en we zien alle auto’s met remlichten verder rijden en remlichten zijn sinds deze trip onze grootste nachtmerrie. We nemen nog even onze rust, ik kan níet meer stoppen met roken en ondertussen is er ook contact met het thuisfront en met wat achterblijvers in Parijs, die we al uitvoerig hadden verteld over de heenrit en nu dus in spanning afwachten hoe de terugrit zou verlopen.

Ding is, we werden met de minuut banger. Ál die auto’s op de weg, ál die remlichten, het gáát gewoon niet. Minuten worden uren en voor we het weten zitten we al 2 UUR AAN DE KANT VAN DE WEG. Serieus! En dan komt de moeder van Jet via de Whatsapp met de suggestie om de ANWB te bellen, “want misschien is er wel iets mis met de auto.” Wij weten alláng dat het niet aan de auto ligt maar goed, we hebben geen andere opties en we zijn zo totaal ten einde raad dat we dus serieus de ANWB gaan bellen. We staan ongeveer een uur voor Brussel dus no way near home, en je weet maar nooit wat ze te zeggen hebben.

Na weer twee uur wachten (naast ons stonden twee vrachtwagenchauffeurs die ons tien keer bier aanboden en met elke slok een stukje dronkener werden) komt er eindelijk een geel busje aanrijden met daarin een louter Frans sprekende monteur. Frans. Welke taal was dat ook alweer? Si? Yes? No? Que pasa? Paniek. Nog meer paniek want WE SPREKEN GEEN FRANS en vooral nu niet. We moeten een tolk, een vertaler “wie kennen we die Frans spreekt?!” “M’n oma! M’n oma spreekt vloeiend Frans!” roept Jet en hop daar gaat oma’s nummer. We leggen de situatie uit, zij vertaalt hij reageert, maar zoals verwacht is er helemaal niks mis met de auto en ligt het toch echt aan ons.

Ok. Nu moeten we verder. De inmiddels straalbezopen vrachtwagenchauffeurs beginnen nu ook een soort oude balkan house te draaien en misschien was dat wel de uiteindelijke reden dat ik zei “oke we gaan. We gaan nu. Ik rij het is oke we gaan nu.” En daar gingen we, inmiddels is het 22:00, pikdonker, maar de weg is praktisch leeg en zo zien we ‘m het liefst. Met m’n hart in m’n keel start ik de auto, ga schokkend van vrij naar 1 naar 2 en dan rijden en rollen we – en zijn we in één rechte lijn terug gereden naar Nederland. Niet meer gestopt, nooit meer stoppen, in gódsnaam blijven rollen. De wegen waren totaal verlaten, serene rust, geen remlichten en geen files. Een half uur voor Amsterdam wisselen we nog een keertje om want “als je van je paard valt moet je ook meteen weer opstijgen anders blijf je bang” dus Jet nog één keer achter het stuur.

Als we bij ons kantoor aankomen is het 02:00. We bellen een taxi en laten ons totaal vermoeid en kapot naar huis rijden. Jet overweegt nu trouwens rijlessen, ik ga er geen euro meer aan uitgeven en doe het gewoon nooit meer. Nooit. Een automaat, prima, maar nooit meer schakelen. En dat is eigenlijk best een geruststelling, het hoeft niet meer! En, ik ben nog nooit zo gelukkig geweest met m’n fiets.

Benieuwd wat hier aan voorafging? Lees hier deel 1. 

Love & Sex
Top 3
Trending Topics
Top 3
BY May-Britt Mobach