Amayzine

Lena Dunham kwam, zag, maar overwon me niet.

Afgelopen zaterdag kwam de heldin van deze tijd naar Amsterdam om te vertellen over haar eerste boek. Lena Dunham schreef Not That Kind Of Girl, een boek vol bekentenissen van een vrouw in haar mid twenties. Over liefde, seks, carriere, relaties, vriendschappen, familie – kortom, over het leven. Het is geschreven in de typische Dunham-stijl die je kent van haar serie Girls, met eloquente zinnen, rake observaties en hysterische anekdotes. Het boek is inmiddels aan 23 landen verkocht, Lena kreeg een voorschot van 3,5 miljoen dollar en het was de bedoeling dat ze na Amsterdam nog door de rest van Europa zou touren om haar boek te promoten.

De bedoeling, want vandaag werd bekend dat ze wegens gezondheidsklachten de rest van haar tour heeft afgezegd. Zondag hadden een handjevol journalisten een 1-op-1 interview met haar maar ook die konden niet doorgaan, wat jammer is want de avond in de Duif zorgde nou niet bepaald voor verhelderende inzichten.

Wat Dunham zo leuk maakt is dat ze doorgaans altijd alles zegt wat anderen denken maar niet durven te zeggen. Haar frisse inzichten, open vertelde verhalen en eerlijke scenes in Girls maken haar de knuffelfeminist van deze tijd en jonge meisjes en vrouwen wereldwijd identificeren zich enorm met alles wat ze doet. De avond in de Duif bestond uit een interview afgenomen door journalisten Simone van Saarloos en Niña Weijers en na een openingswoord van Aaf Brandt Corstius kwam Lena onder veel gejoel en applaus het podium op. Ze had de lachers meteen op haar hand door te zeggen “I’ve never been in Amsterdam before but I’ve seen The Fault in Our Stars so I know it all.”

“I’ve never been in Amsterdam before but I’ve seen The Fault in Our Stars so I know it all”

Simone en Nina zijn doorgaans vast heel doortastende journalisten maar nu lieten ze geen kans onbenut om geen kritische vragen te stellen. Praktisch elke vraag begon met “In your book you write…” en alle antwoorden die Lena geeft zijn dingen die ze al letterlijk in het boek had geschreven. Ze strooit met clichés dat ze blessed is en alle kansen die op haar pad komen zo waardeert en na een half uur vraag ik me echt af wat ik hier aan het doen ben. We kijken naar Lena Dunham de artiest, de gecultiveerde versie van zichzelf, die hapklare oneliners klaar heeft liggen en die zo huphop uit haar mouw schudt. Als Simone zegt dat er vragen uit de zaal zijn (die, overigens, van tevoren ingestuurd waren en dus gescreend en wel aan haar gesteld konden worden) zegt Lena heel verrast “Oh my gosh really that’s amazing!” De eerste vraag is van een meisje genaamd Claire, waarop Lena roept “Hiiiiii Claire it’s SO nice to meet you!” Ik bedoel, come on echt.

Kijk ik vind Lena nog steeds heel leuk, maar dit was een optreden, een bedacht toneelstukje. Wat misschien prima is, maar een beetje haaks staat op het vrijgevochten imago dat ze zo voor zichzelf gecreëerd heeft. Ik sprak Fiona Hering na afloop en die zei “ik miste wel heel veel vragen” en dat vat mijn gevoel ook goed samen. Want enerzijds wordt Lena op handen gedragen, er is ook kritiek. Ze wordt wel eens “white little rich girl” genoemd omdat het in haar positie (keurige opvoeding, welvarende ouders, miljoenen op de bankrekening) wel heel makkelijk praten is allemaal. Dat is niet per se erg, rijke blanke vrouwen kunnen natuurlijk prima dit soort onderwerpen aankaarten, maar ik was wel benieuwd naar haar antwoorden op dat soort statements.

De laatste vraag van de interviewers is of ze nog één advies heeft voor de zaal en het antwoord is “sometimes you have to say no to life.” Iedereen roept altijd maar dat je overal ‘ja’ op moet zeggen, maar nee zeggen kan heel bevrijdend zijn. En dat moet zij dan ook gedacht hebben de volgende ochtend toen ze haar hotel uit is gesneaked (vertelde een collega journalist me) en het eerste en beste vliegtuig terug naar New York nam. Ik verheug me enorm op het derde seizoen van Girls maar mocht er ooit een vervolg op haar boek komen laat ik die denk ik even liggen denk ik.

Love & Sex
Top 3
Trending Topics
Top 3