Travel

Toen ik ooit, inmiddels best lang gelee, werd benoemd tot hoofdredacteur van Marie Claire werden twee dingen me heel snel duidelijk. 1. Ik zou heel veel in Parijs zijn. En 2: ik zou heel veel zonder mijn kinderen in Parijs zijn.

Gelukkig waren de tripjes altijd inspirerend en niet van al te lange duur, maar naast de beste vintage winkels, de die-pak-ik-nog-even-mee bij Colette en de gekleurde vlinderpasta bij de Epicerie van Le Bon Marché vinkte ik ook het aantal speeltuinen af. En dat zijn er best veel.

Bovendien zijn de stoepen breed en zijn veel drukke kruispunten afgezet met een ijzeren hekje waardoor oeps-daar-gaat-mijn-kind-ineens-de-weg-op situaties tot een minimum beperkt blijven. Mijn dochters weten al jaren dat de Eiffeltoren in Parijs te vinden is, de rivier daar de Seine heet en dat je ‘confiture’ moet zeggen als je jam op je tartine wilt.

Parijs schreeuwde om mijn meisjes en zij smachtten naar haar. Tijdens mijn laatste trip naar Amerika kocht ik in de categorie voorpret bij J.Crew drie T-shirts met een met pailletten bezaaide Eiffeltoren erop.

Parijs, kortom, leek ons de perfecte plek om onze roadtrip mee af te romen. We boekten een hotel met twee belendende kamers in de Rue de Lille en daar begon de eerste kennismaking met de stad. “Wat hebben ze ons een klein kamertje gegeven, mam,” zei middelste meisje beteuterd. “Euh, tenzij je je een kamer in Le Meurice kunt veroorloven, zijn alle kamers hier belachelijk petite, schatje. Wen er maar aan.” Of de Parisiennes daarom zo rank waren, vroeg ze me. Dan leken die kamertjes tenminste wat ruimer. Wie weet, schat. Wie weet.

Met onze Espace reden we (met dak en ramen open) over de Avenue Montaigne, langs de Seine, we passeerden de Tuilerieën en doorkliefden de Place de la Concorde. De Champs-Elysées was versierd. Nee liefje, niet voor ons, morgen komen de renners van de Tour de France binnen. Het werd inmiddels donker en de dametjes vielen in slaap. Ik vind niets leukers dan rijden door Parijs dus wij plugden ons memorystickje in en luisterden naar Jamie Cullum. Ik vond zowaar weer een knopje waarmee je regelt dat de muziek alleen voorin te beluisteren is en je kinders rustig kunnen slapen. Net als de kinderslotknop, zodat ik niet bang hoefde te zijn dat een van de dames in haar slaap een portier open zou trekken.

De avond was lang en hij was mooi.

De volgende dag ontbeten we bij Les Deux Magots (voor de verandering, volgende keer kies ik weer voor Flore), ik shopte bij Maje en parkeerde mijn meisjes op de speelgoedafdeling van Le Bon Marché terwijl ik kwijlde bij Stella en Isabel. We aten moules frites bij L’Atlas op de Rue de Bucie, keken naar de zeilbootjes in de vijver van Jardin du Luxembourg en gunden onze Espace wat rust in de mooiste parkeergarage die precies onder Café de Flore ligt. Wij vervolgden onder de grond in de metro wat niet op kon tegen de kermis op de Tuilerieën.

Vanaf Parijs was het nog maar een eitje naar huis. Zelfs die kofferbak die zo groot is als een gemiddelde Parijse hotelkamer zat tjokkie tjokkie vol, de bijrijdersstoel ging in standje business class, de cruise control met automatische afstandsbewaking aan en voor we het wisten reden we een Hollands buitje binnen. Da’s ook een soort wasstraat moet je maar denken.

By
Jongleert doordeweeks met kinderen en laptops, vermoedt een serieuze shopverslaving en probeert lichtelijk obsessief latte- en wijngebruik van zich af te schudden door overmatig veel te sporten.
27-07-2015
Travel
Top 3
Trending Topics
Top 3