Travel

Paris diary

Parijs stond afgelopen weekend op de planning en Parijs is áltijd een goed idee, dus ik verheugde me er al dagen op. De Kadjar van May-Britt ging mee en daar was ik eerst een beetje wiebelig over, want ik ben niet zo’n koning in rijden in een schakelbak zoals u weet. Lees hier nog maar even terug over de klotsende oksels die Liesbeth en ik hadden en tranen die we samen hebben gelaten. Nu zijn we er dus achter gekomen dat wij niet per se het perfecte duo zijn om samen in een SCHAKELauto rond te cruisen, dus nam ik dit keer mijn eigen boy mee.

Daar gaan we

Vrijdagmiddag vertrokken we vanaf de redactie. Ik had er natuurlijk op gehoopt dat ik de hele weg op de bijrijdersstoel mocht zitten en een beetje de muziek zou regelen, maar dat feest ging niet door. “Nu ga je het leren ook.” Het eerste halfuur had ik dus wéér klotsende oksels en schreeuwde ik een paar keer dat ik acuut de auto uit wilde omdat het schakelen echt niet lukte enzo, maar na wat geruststellende woorden en ademhalingsoefeningen was ik daar opeens. Ik stond zelfs fluitend in een file (die zijn het lastigst), maar ik moet ook toegeven dat deze auto zoveel hulpfoefjes heeft dat het bijna onmogelijk is om in paniek te raken.

Wat voor foefjes dan bijvoorbeeld?

Het fijnst vind ik dat op het dashboard wordt aangegeven wanneer ik op of juist terug moet schakelen. Heerlijk is dat. En zo rijd ik ook nog eens heel zuinig. Dan zitten er in mijn zijspiegels lampjes die aangaan als er iemand pal naast me rijdt. Je weet wel: die dode hoek. Die is er dus niet meer. Ook handig is dat de muziek zachter gaat als je over de witte lijn rijdt. Vind ik fijn, want ik kan nog wel eens een beetje wegdromen (ahum). Helpen inparkeren is trouwens de allercoolste functie van het hele apparaat, want dat doet hij dus voor je. Ja echt.

In Parijs

Ik heb altijd het idee dat je, hup, zo even naar Parijs rijdt, maar het duurt toch altijd langer dan je denkt. Ik geloof dat we er zo’n zeven uur over hebben gedaan, maar het leuke eraan is dat hoe laat je ook in de avond aankomt, je altijd wel ergens aan tafel kunt aanschuiven. En dat gebeurde om 12 uur ’s nachts bij Café Madeleine, buiten op het terras met warmtelampen met een fles Chablis, fromages en charcuterie. Gelukkiger kun je me bijna niet krijgen.

Niet op de fiets, maar met de auto

De zaterdag heb ik nóg meer mijn angsten overwonnen, want ik heb (serieus, echt waar) de hele dag rondgereden in de Kadjar. In Parijs. Waar het altijd zo ontiegelijk druk is en waar je zulke grote rotondes hebt waar iedereen kriskras door elkaar rijdt. Maar aan het einde van de dag zoefde ik er soepeltjes doorheen. Alles is opgenomen op film, dus dat krijgen jullie binnenkort te zien.

Voor nu alvast wat spots die niet te missen zijn. We blijven in de buurt Madeleine:

  • Even stoppen bij Ladurée voor de nodige macarons voor de meisjes op de redactie. Ik ben daar niet ontzettend fan van, ik koop daar liever een palmier. Zo’n grote krakeling, weet je wel?
  • De winkel Maille (van de mosterd) is te gek. Ik word daar licht hysterisch. Tientallen verschillende potjes die je kunt laten inpakken alsof er een juweel in zit. Je kunt daar ook ontzettend proeven en dan is het moeilijk om te kiezen wat je meeneemt voor thuis. Ook heel leuk als cadeautje.
  • Café Madeleine is dus een echte Parijse brasserie met een terras met luifeltjes die het hele jaar door open is. En je jas kan uit, want alles is verwarmd. Kijk niet op van een beetje een sjaggie ober. Dat hoort nu eenmaal bij Parijs.
  • Ik heb een ontzettende leuke bagelshop ontdekt die door de hele stad te vinden is. Het tentje heet Bagelstein. Het is bijna een beetje New Yorks, je broodje krijg je ook fijn ingepakt in papier.
  • Voor een groen sapje en een verse salade is de Cojean een fijne spot. Die vind je ook overal in de stad.
  • Shoppen wordt bij mij al vrij snel afgewisseld met een terrasje. Bijvoorbeeld tegenover Colette (daar moet je sowieso even van bijkomen, zo ontiegelijk druk is het daar): daar zit een fijne brasserie, genaamd La Coupe d’Or. Daar kan je me toch een partijtje fijn mensen kijken.
  • Het hotel. Hôtel du Ministere is klein maar ontzettend comfortabel, heeft heerlijke bedden, een grote stortdouche en heel aardig personeel. En, vooral in zo’n ongelofelijk fijne buurt met de mooiste winkels en gezellige cafeetjes op loopafstand.
  • Een cocktail in Hôtel Le Bristol. Als je echt wilt uitpakken.

Travel
Top 3
BY May-Britt Mobach
Trending Topics
Top 3