Wat er allemaal door je heen gaat in een wachtkamer

Zat ik dan met m’n handdoekje op schoot, te wachten bij de fysio. In het dorp dat ik bevolk noemen ze dat een centrum, daar gooien ze niet alleen de fysio’s op één hoop, maar word je ook meteen ondergedompeld in het consultatiegebeuren (de blokken vliegen je om de oren; alles voor de motoriek natuurlijk). Maar in zo’n wachtkamer gaat er van alles door je heen.

1. Gunst, er bestaan nog affiches. En instuiven, lokale braderieën en lekker de lord praisen in de kerk. Dat hangen ze op, als een soort collage over de wand. Wie zou toch die man of vrouw zijn die hier overijverig met de plakbandrol onder de arm staat te plakken?

2. Krijgen praktijken en centra korting op vierkante meters linoleum? In een net wat viezig geel of een beetje pauperig groen. Li-no-le-um, gek woord ook eigenlijk. Of zouden de therapeuten gemoedstoestandstalen hebben om de patiënten in kwestie kalm te houden?

3. In welk mens zou die prothese gezeten hebben? Ik zat met mijn neus in de vitrinekast en ook al was de prothese tot glimmends toe gepoetst, heus dat ik zag dat het ooit onderdeel-van was. Dat zat dus eens in iemands knie of heup of ellebooggewricht of schouder. Vind ik toch niet zo smakelijk, op de vroege morgen.

4. Die leuzen op voorlichtingsfolders maken wiebelig. Ik denk dat je goud geld verdient in de zware-leuzen-branche. Eigenlijk ga ik met een licht bezwaard hoofd de deur weer uit. Want ik kom daar maar voor wat pijn in mijn onderrug en een licht trekkend been, maar wat díe mensen hebben. Of de leus is zo pakkend dat je de rest van de dag denkt dat je het hebt. Ook zoiets.

5. Een Vogue van drie jaar terug. Lezen ze nog steeds hè, in wachtkamers? Ik denk dat ik de aanstichter van slecht-gekleed heb ontdekt. Als je niet oplet, dan zie je niet dat zo’n uitgave ver over de datum is en ren je naar de winkel voor zo’n ensemble. En potver, is het nog in de sale ook, hoe toevallig.

6. De wachtkamerjungle, het bestaat. Mijn fysio heeft een fícus waar de hovenier wulps van wordt. Groeien dat het ding doet, met al z’n gebrek aan daglicht. Maar die positioneren ze dan óp de vitrinekast en die laten ze daar met veel schwung vanaf watervallen. Ik gun die ficus een beter thuis.

7. Waar zou die kwieke kantoorman voor komen? Snelle schoentjes, overhemmedje op één knoop na dicht. Staat wel wat moeilijk op van z’n stoel. Zijn fysio begroet hem als een oude bekende, dus hij komt hier vaak of vaker.

8. De man die zegt: ‘Zit je hier maar alleen?’ Uh, ja? Moest er iemand mee dan? Heb ik een wachtkamerregel geschonden door alleen te zijn? Mag ik hier niet zonder begeleiding naar binnen? Jij bent hier toch ook alleen? Oh, in de war, in de war raak je van die plaatsen.

Ik wens jullie weinig wachten en wachtkamers.