Vergeef me het cliché maar nu met de naderende winter is het zaak stapels en stapels warme truien in te slaan. Of vesten, truitjes, broeken of waddanook, als het maar warm is. Mensen die de noordpool trotseren weten het allang: laagjes. Laagjes laagjes laagjes, die houden je warm. Kwaliteit staat in ieder geval voorop. Zelf ben ik al een hele tijd op zoek naar de perfecte doch enigszins betaalbare mooie trui en dat is nog een hele zoektocht. Écht zuiver kasjmier overstijgt al snel mijn budget, angora kunnen we na recente ontdekkingen natuurlijk niet meer in rondlopen, en merinowol, wat is dat dan eigenlijk precies? En wat is polyester, viscose en acryl? Noem me achterlijk maar ik weet dat dus niet. Daarom vandaag in de Fashion Explorer ter lering ende vermaak, een overzicht van de meest voorkomende stoffen en waarop je moet letten als je een truitje koopt.

Wol

Er zijn verschillende soorten schapenrassen, en dus verschillende soorten wol. Logisch. Bekendste is wel het merinoschaap. Die vacht zorgt voor zachte, sterke en fijne wol en dito truitjes. Lamswol bijvoorbeeld levert eveneens zachte en fijne wol, maar is ook kwetsbaar door de korte vezels. Denk daar dus aan als je dat in het etiket ziet staan. Kasjmier is ook een wolsoort, afkomstig van de kasjmiergeit. Dat kasjmier zo godvergeten duur is komt doordat alleen de ondervacht van de geit gebruikt wordt en de bovenvacht met stuggere vezels verwijderd moet worden. Het resultaat: per geit zo’n 150 gram kajsmier. En das nie veel nie. Ook zijn de geiten nogal kieskeurig over waar ze willen wonen: China, Tibet en Mongolië. Tel daarbij op dat ze in de winter hun vachtje zelf nodig hebben om temperaturen van -40 te overleven en dus enkel en alleen in het voorjaar geschoren kunnen worden et voila; katjsing doet de kassa.

Acryl

Dit is de beste vervanging van wol, mocht je geen zin hebben in geprik. Acryl is volledig chemisch vervaardigd en daardoor ook een stuk goedkoper dan wol. Het is zacht, warm en weet goed op te boksen tegen kreukels. Daar staat tegenover dat het slecht vocht absorbeert en vooral; het gaat snel pillen. Ik háát pillen, die kleine stomme balletjes die goedkope truien altijd krijgen. (Overigens dacht ik altijd dat dat ‘rullen’ heette. Doodleuk vroeg ik in de ene na de andere winkel of “deze trui niet gaat rullen.” Blijkt dat een manier te zijn waarop je gehakt bakt. Gê-nant.)

Overigens dacht ik altijd dat dat ‘rullen’ heette. DOODLEUK vroeg ik in de ene na de andere winkel of “deze TRUI niet gaat rullen.” Blijkt dat een manier te zijn waarop je GEHAKT bakt. Gê-nant.

Viscose

Viscose wordt in den beginnen gemaakt van kleine stukjes hout, maar dat hout wordt vervolgens tot in den treure behandeld met chemicaliën en zelfs zwavelzuur. Wie erg senang is met bio en eco moet dus rustig aan doen met viscose. Google maar eens op het productieproces, best krankzinnig namelijk. De uiteindelijke stof lijkt veel op katoen. Het is zacht, comfortabel en licht van gewicht. Favoriet bij veel merken want laag in prijs en niet afhankelijk van natuurlijke invloeden zoals bij katoen.

Polyester

Katoen is wereldwijd het meest gebruikte materiaal, maar polyester is een goede tweede. Polyster Gaastra-jas? Goed idee. Polyester galajurk? Not so much. Polyester is licht, glad, vormvast en duurzaam. Best wel de woorden die je niet direct associeert met mooie modisch verantwoorde kledij dus. Voordeel is dat het zeer snel droogt en je het niet hoeft te strijken. Maar als dat soort praktische overwegingen echt van belang waren zouden we ook geen hakken van 16 centimeter dragen.

Samenvattend, kies het liefst voor natuurlijke materialen, al ben je zelfs bij de duurste truien van het meest zuivere kasjmier niet verzekerd van een pilloos leven. Mocht de boel dus toch gaan pillen (of rullen) dan schijnt het te helpen de trui met een scheermes te lijf te gaan. Glad trekken en scheren maar, als ware het een schaap. Na ongeveer een halve middag het internet afgestruind te hebben op zoek naar het wel en wee van alle stoffen heb ik vooral geleerd dat A) chemische processen echt heul lastig te begrijpen zijn en B), ik toch maar ga doorsparen voor een echte kasjmiertrui. En dan was dit het einde van mijn spreekbeurt.