Leco van Zadelhoff
De liftdeuren gaan open en we staan meteen in een warme woonkamer. Ik vind dat, naast een zwembad in huis, wel het meest luxueuze wat je je bij een woning kunt voorstellen.
Ik hoor George Michael zachtjes op de achtergrond zingen, ik zie een ontzettend gezellige kamer met hier en daar een zithoek. De open haard brandt, overal liggen boeken en daar is Leco. Hij schenkt een glas witte wijn in voor May-Britt en mij.
Ineens valt me iets op: waar is de keuken?
‘Ik haat etensluchtjes en een gaspit vind ik echt het allerlelijkste dat er is’, zegt Leco. Wat? Hoezo? Later, in mijn eigen huis, zal de keuken juist het centrum zijn. Daar komt iedereen samen, nodigen we vrienden uit, drinken we elke avond een glas wijn en sta ik te koken terwijl mijn man de krant leest. Of andersom.
‘En als je nou ontzettende zin heb in gebakken eieren met spek in de ochtend?’ vraag ik hem ongerust. ‘Ach, dan loop ik toch even naar Brasserie van Dam, die zit hier om de hoek.’ Ik moet toegeven: dat lijkt me ook heerlijk.
Leco geeft ons een rondleiding. De kunst aan de muur is rustgevend, het vier centimeter dikke tapijt en de open haard in zijn slaapkamer zijn mijn droom. Alles is spic and span, het ruikt heerlijk en ieder hoekje is even smaakvol ingericht. Tenslotte lopen we naar zijn wardrobe, want daar kwamen eigenlijk voor.
Vergeleken bij alle andere royale vertrekken in het huis, is dit een best bescheiden inloopkast. Wel ligt alle kleding kaarsrecht opgevouwen en op kleur gesorteerd. Ik wijs bewonderend naar de indrukwekkende rij T-shirts, op print gesorteerd (ik denk een stuk of veertig). ‘Nee,’ zegt Leco, ‘dat zijn shawls.’
Oeps, zelf heb ik geloof ik maar één echt mooie shawl. Maar goed, iedere keer dat ik op pad ben voor ‘What’s in the closet’ raak ik groen van jaloezie, en neem me voor om bij thuiskomst onmiddellijk mijn eigen kledingkast grondig uit te mesten. Nog steeds niet gedaan trouwens.
Leco showt zijn schoenen. Ik schat een paar of vijftig. Maar goed, hij wordt dan ook wel als eerste opgebeld door zijn vrienden van Shoebaloo wanneer de nieuwe collectie binnen is. In no time staat hij dan in de winkel, drinkt stiekem een glas champagne in de kelder en koopt weer het nieuwste van het nieuwste. En wauw, wat houdt hij ze netjes.
Pakken draagt Leco niet. Ja natuurlijk wel als dat de dresscode is, maar meestal alleen een jasje op een spijkerbroek, liefst van PRPS of Dsquared.
‘Een man heeft eigenlijk niet meer nodig dan een coole spijkerbroek, een mooi wit shirt, Tod’s schoenen en een goed horloge.’ Vertelt hij ons. Zelf moet ik nog een beetje wennen aan het idee van een man met Tod’s, maar toch zie ik die ideale Leco-man ineens helemaal voor me. Misschien is het de witte wijn, maar ik sta gewoon een partij weg te dromen in die klerenkast van Leco. Kom op Jet. Back to reality.
Oké, ik zie dus ontzettend veel schoenen, al zijn shirt’s en broeken hangen op kleur, een plankje is speciaal voor zijn leren handschoenen en weer een ander vakje voor de zwembroeken. Ik zie een giga Hermès-tas (daar vervoerde hij zijn hondje Meneer Nielson altijd in) en de mooiste jasjes. In een hoekje staat het parfum Baby Touch van Burberry. “Daarmee spray ik mijn lakens, mijn kleding in deze kast en ik spray ook altijd wat in de droogtrommel voordat ik hem aanzet.” Oh Leco, je hebt zoveel stijl en fijne tips. Die van het overtollig verklaren van je keuken sla ik even over maar voor de rest…Leco….ben ik je girl.
- Zwembroek, € 110 (Marc by Marc Jacobs)
- Shawl, € 660 (Hermès)
- Shirt, € 440 (Alexander McQueen via Matches)
- Loafer (Tod’s)
- Geruite jasje, € 1250 (Valentino via Farfetch)
- Jeans, € 810 (PRPS via Matches)
- Horloge, prijs op aanvraag (Rolex)
- Shawl, € 630 (Hermès)
- Polo, € 99,95 (Ralph Lauren via Zalando)
- Suède tas, € 2300 (Tom Ford via Neiman Marcus)