GOUD IN EEN FLESJE
Een tijdje terug schoven May-Britt en ik gezellig naast Arthur Stippel op de bank. Arthur is een enorm gezellige jongen en dé geurexpert van Chanel. Hij weet alles, maar dan ook echt álles over elke geur en het verhaal, en kan het op zo’n manier vertellen dat je uren aan zijn lippen hangt. Niet voor niets ook, want hij had bijzonder fijn nieuws. Namelijk dat Chanel met drie Extraits komt van de al zulke fijne Exclusifs de Chanel.
Les Exclusifs de Chanel is een collectie van eau de toilettes die ook wel ‘haute parfumerie’ worden genoemd. De mooiste ingrediënten samen in té mooie flacons. Drie van die juweeltjes zijn nu als Extrait verkrijgbaar. Een kleiner flesje, maar met een intensere geur. En niet de minste geuren zijn uitgekozen om als paradepaardje te dienen, namelijk 1932, Beige en Jersey. Het zijn de absolute ingrediënten van handgeplukte jasmijn, absolu van rozenblaadjes, absolu van 36 maanden lang gedroogde iriswortels. Je begrijpt, dit is goud in een flesje.
Chanel 1932 is geïnspireerd op de eerste juwelencollectie die Gabriëlle Chanel in November 1932 presenteerde. Chanels parfumcreateur Jacques Polge bedacht hierop een parfum dat net zoveel facetten kent als de diamant. Het resultaat; een heldere geur waarbij vooral jasmijn de hoofdrol speelt. In L’Extrait wordt de jasmijn gecombineerd met peer en pompelmoes en een flinke schep irisboter, waardoor het een frisse maar exotische geur wordt. Een vleugje in je nek, en het is echt extreme luxe en sensualiteit.
Oké, daar is ‘ie dan. Ik wissel best eens van een geur, maar dit is echt mijn nieuwe favoriet. De liefde was meteen wederzijds hoor, want hij paste me. Echt. Net als de uitspraak van Gabriëlle Chanel: “Ik hul me in beige omdat die kleur naturel is”. Mooi. als zwart en wit zijn het kleuren die onder alle omstandigheden chique blijven. Hoe zich dat vertaalt heeft naar een geur? Je ruikt het poederige en honingzoete van jasmijn en ylang ylang samen met de geur van anijs en amandelnoten van de meiroos. Het is een heel geconcentreerde geur maar blijft heel fris.
Van een stof die net goed genoeg was voor arbeiders en kouwelijke stedelingen, maakte Chanel het belangrijkste materiaal voor nieuwe elegantie. Jersey. En wat Chanel had met Jersey, had Jacques Polge met lavendel. Niet vrouwelijk, niet mannelijk, maar veel verfijning. Met een snufje vanille, tonkaboon en muskus is het een warme, romige en zachte geur. Net zo soepel als de stof waarop het geïnspireerd werd. En nog warmer.
