EÉN WOORD. MÁXIMA
De Traan van Maxima heb ik minstens 437 keer gezien. En elke 437 keer moest ik huilen. Echt. Was ik een actrice dan vroeg ik mijn regisseur bij een hoogst dramatische scène niet om twee halve, rauwe uien maar om een youtube-filmpje van onze koningin die toen nog prinses was en op Adios Nonino haar leven tot zover bezag.
Verdriet om het loslaten van haar verleden, het omarmen van haar heden. Met licht opgezwollen ogen vanwege het drukke program van de avond ervoor. Vraag me nog steeds af hoe we zoiets ongepasts hebben kunnen doen. Het was een leuk feestje in de Arena met Van Dik Hout’s Stil In Mij, Leonie Jansen’s Aan de Amsterdamse Grachten en Marco Borsato en Sita (jaja, weer een bewijs van de vergankelijkheid van roem) die Lopen Over Water of zoiets zongen. Dat dóe je toch niet de avond voor iemands Grote Dag? Arme Máxima.
Afijn. Daar zat ze. Mooier dan beeldschoon in haar Valentino. Haar hand in die van haar liefde die haar naar een land zoog waar ze, zeg, vijf jaar daarvoor nog nooit van had gehoord. Vlak voor die beroemde traan over haar wangen rolde, zag ik zijn lippen ‘ti amo’ tegen haar zeggen. Dat begreep ik. Wie kon nou niet van haar houden?
Twaalf jaren zijn we verder. Van prinses werd ze koningin. Ze danste op Tiësto en op Armin van Buren, liet de wereld kennis maken met het talent Taminiau. Haar ogen tijdens de aanslag op koninginnedag in Apeldoorn, haar arm om prinses Mabel bij het bezoek aan prins Friso in Lech. Naar boven kluwend in de sneeuw waar prinses Ariane uit de skilift was gevallen. En gisteren haar kwetsbaarheid en breekbaarheid tonend bij de binnenkomst van de slachtoffers van de MH17. Nooit was de titel Koningin Moeder beter op zijn plaats.
Mocht iemand ooit de intens domme vraag stellen wat het nut is van ons koningshuis dan is mijn antwoord kort en krachtig. Máxima. De kracht van haar lach. De troost van haar traan. Punt.