Modemisser: May-Britt
Omdat blunders fijn ende vermakelijk zijn deel ik op deze druilerige maandag een modische misstap mijnerzijds. We schrijven zomer 2011. Ik toog met mijn uitgever Sanne Visser naar Parijs voor een sollicitatiegesprek met de top van Marie Claire International. In Nederland had ik er al een ware glossy-ontgroening op zitten (denk het maken van een nul-nummer, een sterkte-zwakte analyse, een cover en een kruisverhoor met de overstrenge koningin van alle Marie Claire koninkrijken) maar nu was het erop of eronder.
Of ik even een presentatie wilde maken (met bijpassende PowerPoint) over het, ik meen dit, detailhandellandschap in Nederland en of er meer lokale of internationale merken verkocht werden. En verder zou ik in een tweedaagse sessie ver-MarieClaire-iseert worden. Goed. Daar hoorde een knap pak bij. Van Peggy leende ik haar Kelly-bag van Hermès, dus dat zat wel snor. Voor de eerste dag koos ik een eenvoudig maar o zo stijlvol donkerbruin jurkje van IRIE. Kreukt niet dus handig voor in de koffer, heeft een elegante snit maar is niet super uitgesproken en, vond ik zelf, heel erg linkeroever. Eronder droeg ik een coole skinny en daaronder weer enorme hakken van Sergio Rossi want een vrouw met een hak is een vrouw met een doel.
De nacht voorafgaand aan De Dag sliep ik in Hotel Crystal in mijn lievelingswijk Saint Germain. Met Sanne had ik dikke pret en we hadden een instant band toen ik mijn nagellak vergeten bleek en zij gewoon exact dezelfde kleur in haar handtas had zitten. We praten hier over de 505 Particulière van CHANEL.
De dag begon met een opbeurend smsje van Sanne.”Dit is jouw dag, May. Je kunt het.” Ik douchte me, deed haar en make-up voor zover dat kon in mijn best wel donkere kamertje. Mijn kleding lag al klaar dus dat was een makkie. Zo dacht ik.
Ik douchte me, deed haar en make-up voor zover dat kon in mijn best wel donkere kamertje. Mijn kleding lag al klaar dus dat was een makkie. Zo dacht ik.
Eenmaal op de Marie Claire Headquarters aan de Boulevard des frères voisins werd ik redelijk warm ontvangen. Iedereen sprak door mijn PowerPoint heen maar dat schijnt a. normaal te zijn in Parijs en b. begreep ik dat best want ik kon me ook heus iets leukers voorstellen dan het detailhandellandschap in Nederland en het gebruik van lokale en internationale merken.
Na mijn dansje werd ik door de internationale hoofdredacteur meegenomen naar haar warme, kleine kantoortje en werd me alles gevraagd over mijn visie op Marie Claire. Rond een uur of twee klonken de verlossende woorden ”Zjell we go ztoe lunch?” Frisse lucht! En wat small talk. Daar had ik behoefte aan.
Ik spoedde me eerst nog even naar de wc voor een touch up. Haar en make-up waren nog pretty much ok. Maar wat zag ik daar op mijn schouder? Een naad? Die doorliep tot onderaan mijn jurk. Ik slikte. Goed. De jurk. Die zat dus binnenstebuiten. Zo had hij de hele ochtend al gezeten. Van ontvangst tot powerpointpresentatie tot kruisverhoor.
Het duizelde. En ik slikte. Ik bedacht me dat ik hier alleen uit zou komen door een andere fransman aan te halen. Ik vond redding bij Yves Saint Laurent die het ooit zo treffend zij. “Isn’t elegance forgetting what one is wearing?” Ik keerde mijn jurkje, rechtte de schouders en ging met Yves denkbeeldig op mijn schouder naar de lunch en kreeg de baan.