LIEGEN OVER JE AANKOPEN?
Mag best
Uit zo’n fijn Brits onderzoekje blijkt dat een op de zeven vrouwen haar man bedriegt als het aankomt op eerlijkheid over je aankopen. I plead guilty. Laten we daar vast mee beginnen. Overschat. Mij.Niet.
Mijn goede vriendin M. werd een paar jaar geleden uitgenodigd voor de zeer exclusieve presale van schoenen en tassenwalhalla Shoebaloo in de Amsterdamse Leidsestraat. Trots toog ze naar huis met een verse Chloé aan de arm. “Ik wist niet dat je een tas nodig had?” De reactie van de man. “Heb ik ook niet echt, maar hij was voor de helft.” Haar repliek. “Hoe duur was hij dan?” De man. “Euh zeshonderd.” Mijn vriendin. “Dus nu maar 300. Je hebt groot gelijk, schat. Dat is een goede koop.” Mijn vriendin liet het maar zo. Regel 1; altijd het uitverkoopbedrag communiceren. De tas was natuurlijk van 1200 naar 600 gegaan maar dat had je al door natuurlijk.
Een CHANEL-tas is voor jou wat een Stradivarius is voor een violist
Mijn andere vriendin A. en ik danken God nog immer dat we dezelfde schoenmaat hebben. Bij de vraag van vriendlief of zij of ik nieuwe schoenen hadden gekocht, antwoorden we altijd:”Nee joh, die is van A.” En zij: ”Heb ik geleend van May-Britt.”
Gelukkig heb ik inmiddels een geliefde die mode begrijpt. Een CHANEL-tas is voor jou wat een Stradivarius is voor een violist. Zijn woorden. Echt. Een goede tas behoudt zijn waarde. Ook zijn woorden. Ik heb zeker niet te klagen. Dus ik lieg niet. Maar ik rond wel alles af naar beneden. Laarzen van Isabel Marant zijn niet 569 maar 500 euro. Net als mijn gewicht trouwens. 55.7 is 55 kilo en niet bijna 56. Niets opportunistisch is mij vreemd. Waarom ik het doe is me een raadsel. Het lijkt wel een ziekte.
Laatst waren we samen in een best betaalbare woonwinkel. Ik vond een grappig dingetje dat ik wilde kopen voor een vriendin. “Zal ik ‘m meenemen? Kost maar twee euro.” Bij de kassa bleken we dat ene ding nog te moeten betalen. Geliefde legde twee euro neer. Dat kostte het toch? Vroeg hij nog. “Euh, 2,95.” Antwoorde ik. Beeldde ik het me in of zag ik hem vol medelijden naar me kijken. Het is een ziekte en hij heeft me door. Het maakt feitelijk dus allemaal niets uit. Ik rond af naar beneden, hij naar boven. Dus eigenlijk lieg ik niet.
I plead not guilty. Ik zei toch al dat niets opportunistisch me vreemd is.