Reizen, drinken en dromen met Moët & chandon
“Too much of anything is bad, but too much champagne is just right.” Aldus F. Scott Fitzgerald. Wijze woorden over de drank die het meest tot de verbeelding spreekt en waarover wordt gezegd dat je er altijd een fles van in de koelkast moet hebben. Dat soort ‘je moet dit’ en je ‘je moet dat’ uitspraken doen me meestal niet zo veel maar die fles champagne, die staat er. Al jaren.
Op 6 mei kreeg ik een email of ik mee wilde met Moët & Chandon op persreis naar de Eperney om hun nieuwe vintage release te vieren. Begint meteen de eerste les, want wat is een vintage champagne eigenlijk? Dat is een fles waarvoor alleen maar druiven uit één oogstjaar zijn gebruikt en die een langere rijpingstijd hebben gehad. In tegenstelling tot andere flessen dus waar druiven uit verschillende oogstjaren worden gebruikt. Grootste verschil is nog wel de smaak (en de prijs), bij een ‘gewone’ fles is de huisstijl van het merk namelijk leidend. Alle flessen moeten min of meer dezelfde smaak hebben, terwijl bij een vintage exemplaar het juist de bedoeling is dat de smaak van dat specifieke jaar de boventoon voert. Overigens is niet elk oogstjaar geschikt voor een vintage champagne, Moët bijvoorbeeld heeft tussen 1842 en 2004 slechts 70 Grand Vintages gemaakt.
“Na een lunch (met champagne) en een rondleiding (met champagne) door een aantal imposant aangeklede kamers gaan we richting kelders”
Dit alles wordt mij verteld door hospitality manager Pierre-Louis Araud, in en om het gigantische huis van Moët aan de Avenue de Champagne in Eperney, een klein dorpje een paar uur buiten Parijs. Samen met een handjevol journalisten zijn we in alle vroegte met de Thalys naar Parijs vertrokken waar een glimmend zwart busje klaar stond om ons langs typische Franse uitzichten naar Eperney te brengen. Na een lunch (met champagne) en een rondleiding (met champagne) door een aantal imposant aangeklede kamers gaan we richting kelders. Dé kelders, die op sommige punten wel 30 meter diep zijn en in totaal 28 kilometer lang zijn. Hier liggen meer dan 100 miljoen (!) flessen te wachten tot ze klaar zijn en bedenk, waar ter wereld je ook een fles Moët besteld, die komt hoe dan ook áltijd uit die kelders.
Ik zou uren kunnen vertellen over de lange geschiedenis van het merk, over hoe het het grootste champagnemerk ter wereld is, met de grootste wijngaarden (meer dan 1000 hectare) en hoe in september tijdens de oogsttijd wel 2000 plukkers nodig zijn op die velden. Na de rondleiding worden we naar Chateau de Saran gebracht waar we zullen verblijven. Een kasteel waar je niet zomaar een kamer kunt boeken maar alleen op uitnodiging mag verblijven. Een kasteel zo exclusief dat de kamers geen sloten hebben, want er is niemand die er niet hoort te zijn. Een kasteel zoals een kasteel hoor te zijn, groot, imposant en vol historie.
“In een kamer die me meteen als Queen Elizabeth doet voelen maak ik me klaar voor het diner in de Orangerie van Trianon, dat later die avond zal plaatsvinden”
In een kamer die me meteen als Queen Elizabeth doet voelen maak ik me klaar voor het diner in de Orangerie van Trianon, dat later die avond zal plaatsvinden. Over een lang kiezelpad loop ik op m’n L.K. Bennett-pumps en in Acne-jurk naar de Orangerie, waar knappe Franse mannen glazen Moët uitdelen. Er staat ons een diner te wachten van de hand van Yannick Alleno, een man met drie Michelinsterren op zijn naam. Uiteraard staan de verschillende champagnes van Moët centraal en zijn de gangen zo bedacht dat ze qua smaak precies bij elke fles passen. Mijn favoriete champagne tijdens het diner was me meteen duidelijk, de Grand Vintage 1985. Ook meteen één van de duurste zo bleek later, damnit. De avond duurde nog lang, want met internationaal ingevlogen inkopers, wijnhandelaren en ander interessant volk en vele véle flessen Moët die maar bleven komen had ik het liefst dat het voor altijd zou duren.
Al hadden we de volgende ochtend een verdomd fijn programma op het menu. Na een ontbijt dat in m’n kamer werd geserveerd en nadat ik nog even had gespeeld met alle Dior-producten die in de badkamer stonden gingen we weer het glanzende busje in. Op naar Roland Garros, ja echt! Moët is sponsor van het evenement en heeft daarnaast een eigen vak praktisch óp het veld. Na een eindeloos heerlijke lunch (met champagne) was het tijd voor een wedstrijd. We vielen behoorlijk met onze neus in de boter, Rafael Nadal (die een week later het toernooi won) begon namelijk net tegen Bayer en nu ben ik doorgaans niet een enorme tenniskenner, dit is wat je wilt. Van de allervriendelijkste dames die bij het vip-dek stonden om voor ons te zorgen kregen we een tasje met zonnebrand en een hoedje, echt aan alles was gedacht.
Als Nadal op z’n sloffen heeft gewonnen, wij nog even napraten op dat VIP-dek (met champagne) is het tijd om naar Gare du Nord te gaan voor de Thalys naar Amsterdam. Met een hoofd nog vol van de zon, de bubbels en de ervaring en een camera vol foto’s kom ik thuis. Als ik de koelkast heb opengetrokken zie ik daar die fles Moët staan. Denkend aan de woorden van Fitzgerald gaat de kurk uit de fles en mijmer ik nog wat na over twee geweldige dagen. Mét champagne.