10 KEER LEUK NA LANDEN OP SAN FRANCISCO AIRPORT
Na 5 uur en 34 minuten vliegen, minimaal 60 minuten taxiën, 85 rondjes bagageband zonder mijn koffer en dus een minuut of 20 aan doodsangsten uitgestaan te hebben dat mijn gehele voorraad aan Cali-proof outfits nog in NY stond, liep ik eindelijk bepakt en bezakt van het vliegveld. Gesloopt was ik. Er zat een baby naast me, er was geen eten, slechts twee keer drinken en de reis was lang! Ik had me echt een beetje verkeken op dat ritje tussen Manhattan en San Francisco. Dus als halve Walker (Game of Thrones-taal voor ‘zombie’) liep ik met rode traanogen van uitputting al sloffend naar het parkeerterrein. Maar mijn sluimerstand was niet voor lang. De schuifdeuren gingen open en met één grote toetersymfonie werd ik onthaald. “OLAATJESSSS!!!!!” blèrde de blonde schone uit het raam hangend met een snoeiharde beat van Jason Derulo op de achtergrond. Oké, ik ben wakker. Het feest gaat beginnen.
Die blonde is mijn beste vriendin trouwens. Zij woont, net als ik, in Amerika. Allebei expat-vrouwtjes, allebei bang in het donker en helemaal als onze mannen op werk- of zuipuitje buiten de stad zijn. Dus wij hebben één regel. Zodra één van onze hartendieven langer dan 24 uur uit spelen is, vliegen we naar elkaar toe. Nu was het aan mij de beurt. En ik heb me toch het aller aller allerleukste roadtripweekend ever gehad! Hiken, wijn lurken, herten spotten, stranddagen, winkelen, koffie nippen... Het was helemaal de bom en die vijf dagen leken wel vijf weken. Het enige wat je nodig hebt is een auto, minimaal één co-piloot en dit lijstje met de top 10 leuke dingen nadat je bent geland op SFA.
Of het nou de eerste, tweede of duizendste keer is; een selfie met de Golden Gate Bridge móet! Altijd. Wist je dat dit de meest gefotografeerde brug ter wereld is? Ha, bij deze! En, dat betekent: hup hup hup, met die selfiestick richting de rode brug. Check wel even het weerbericht, want de beruchte San Fran fog gooit nogal eens wat roet, of nee, mist door je fotomoment.
Dit is het überste toppunt van toeristische trekpleisters in de stad waar de regenboogvlag wappert. Een heel opgelijnd peloton aan Kodak– en Nikonmaffia is dan ook onmisbaar op deze plek waar de auto’s in een kronkelende slang tussen gigantisch veel bloemen naar beneden karren. Om deze ansichtkaart te bekijken, moet je dus misschien wel even over je ik-wil-zoals-een-local-zijn heen stappen, maar het is het waard en best even lachen tussen al die hysterische tetterende toeristen met mondkapjes.
Op Fillmore Street zit Jane, en bij Jane kun je heerlijk koffie drinken, van een vers broodje avocado genieten, organische sappen slurpen en quinoasalades wegprikken. Superleuke tent in ook nog eens een superleuke straat. Voor een goeie shopsessie zonder gebrek aan de dagelijkse dosis cafeïne in coole atmosferen moet je zeker hier zijn.
Oké, dit is de laatste toeristenspot in SF van het lijstje, hierna volgen alleen nog maar fabby en fashionable dingen. Of nou ja, dit is eigenlijk ook wel een beetje fashionachtig, aangezien een van de painted ladies de bakermat van misschien wel de beroemdste tweeling ter wereld is. Wie kent ‘m nog? Full House? Dat is dus hier! Maar de huisjes zijn daarnaast sowieso best fabby om te kijken.
Vanaf nu heb je echt een auto nodig (en navigatie waarschijnlijk), want wijnen in Napa is de shit! Vanaf San Fran is het een uurtje of twee rijden, maar dan waan je je bijna in Italiaanse sferen. De wijnvelden zijn groen, weids en dit gebied is sprookjesachtig. Je hebt superveel wijnhuizen, maar ze schijnen niet allemaal even goed te zijn. Wel goed én bezocht door de Kardashians is de Robert Mondavi Vineyard. Je begrijpt, we zijn hier direct naartoe gescheurd (voor degenen die het nog niet weten: ik ben reuze Kim K. & co-fan) en vonden het prachtig. Helemaal na een fles Fumé… of waren het er meer?
Een stukje onder Napa zit Yountville. Een heel klein dorpje met dikke huizen, landelijke winkeltjes en Bouchon. Ga hierheen voor wat wijncompensatie (a.k.a. een preventief brakheidsmaaltje) van deze sterrenchef, die overigens een deur verder een bakkerij heeft waar de rij altijd minimaal 15 meter tot buiten staat. Bizar, maar waarschijnlijk ook bizar lekker.
De Amerikanen noemen dit ‘God’s true creation’. En, ik moet zeggen, de Big Sur is me toch mooi! Deze kust is als een droom. Er zijn verschillende Vista Points, maar de mooiste vind ik die bij de Bixby Bridge. Kijk en oordeel zelf.
California heeft mountain lions. Dit zijn leeuwen die nog enger zijn dan die bij ons in de dierentuin. En dan in het freaking wild! Hiken is dus niet zo het eerste dat in me opkomt als ‘leuk, gaan we doen’, maar… ik heb ’t gedaan. Met camel bag en al. En het was prachtig. Overal in California kun je hiken. Ik ben op de Eagle Rock geweest bij San Jose, maar ik denk dat het overal mooi zal zijn en een must voor een echte Cali-trip.
Inmiddels spookachtig verlaten en alleen nog bewoond door zeemeeuwen, maar Alcatraz is super cool om naartoe te gaan. Er is een audiotour en ja dat is misschien een beetje knullig, maar doordat deze wordt ingesproken door oud-gevangenen is het echt heel interessant. Neem wel de Engelse tour, want in iedere andere taal zijn het niet de ouwe boeven die je vertellen hoe het er aan toe ging in de gevangenis voor de gevaarlijksten toentertijd.
Last but not least: Carmel. Het stadje waar nog niet zo heel lang geleden Clint Eastwood burgemeester was. Het is een beetje alsof je de set van Gilmore Girls binnenstapt, maar dan met een strand uit de reisgids. Deze mag je echt niet missen. En, helemaal leuk: het strand is open voor hondjes. En dat maakte het voor mij als pur sang dog lover helemaal af. Wat een droom, dit plaatsje.