Cannes Filmfestival
Door Laura Kemp
Ik weet ook niet wat me overkomt, maar de laatste tijd bevind ik me nog wel eens op glamoureuze gelegenheden. Ik ga naar de closing ceremony van het Filmfestival in Cannes En tja, hoewel ik als journaliste vaak genoeg perspassen heb moeten aanvragen, sta ik deze keer aan de andere kant van het touw. Het festival is al een tijd bezig, maar zondagavond worden de belangrijkste filmprijzen uitgereikt; de Gouden Palmen.
Als ik aan mijn fijne vriend David Laport (toevallig een van de beste jonge ontwerpers van Nederland) vertel wat me te wachten staat, mag ik per direct naar zijn studio komen om jurken te passen. Wat een dilemma, vooral tussen deze twee! Mijn intuïtie leidt mij voor deze gelegenheid naar de zwarte jurk, mijn absolute lievelings, maar niet bepaald een gevalletje dat soepel over je hoofd glijdt. Gelukkig geven David en zijn stagiaires mij uitgebreide instructies over hoe de jurk dicht te krijgen. ‘Flink duwen onder de borst, middelste haakje, bovenste rits, onderste haakje, onderste rits. Hebbes.’ ‘Succes, schat’, zijn zijn laatste woorden voordat ik het zonder hem moet doen.
Met de jurk over mijn schouder in de kledingzak fiets ik over de gracht en bedenk ik wat mensen verder allemaal nog doen om zich op zoiets voor te bereiden. Ik vind het maar lastig, verder als ‘even lekker in bad’ en ‘goed slapen’ kom ik niet.
Cannes
24 uur later is het al zover. De jurk zit dicht en in het hotel stijl ik mijn haar (het enige ‘kapsel’ dat ik zelf kan maken) en doe ik mijn pumps van de Zara aan.
Met mijn gezelschap loop ik naar het gebouw. Het is ontzettend druk en langs de weg staan toeschouwers te dringen. Tot mijn grote verbazing zie ik tientallen meisjes opgedoft langs de kant staan die bordjes vasthouden met teksten als ‘ONE TICKET PLEEAAASE’. Zodra ik ze in de ogen kijk beginnen ze te smeken. Ik vraag aan een meisje van een jaar of zestien of dat zin heeft. Ze zegt dat het soms lukt.
Voor de rode loper is een wachtrij en een rode-loper-manager. Dat betekent dat je een seintje krijgt wanneer je mag. Voor mij loopt actrice Valeria Bruni Tedeschi, de zus van Carla Bruni. Ze glijdt als een slak over het tapijt en laat zich uitgebreid van alle kanten vastleggen. Als ik aan de beurt ben wordt er af en toe geklikt, natuurlijk door de mooie jurk van David. Ik vraag me af of ik misschien nog een selfie moet maken nu ik er toch sta. Leuk voor later? Ik besluit dat ik dat niet durf en loop verder. Bij binnenkomst in de zaal zie ik dat alles wat er op de rode loper gebeurt live wordt geprojecteerd op het witte doek! Achteraf ben ik blij dat ik gewoon die stevige Hollandse pas heb aangehouden.
Ik word naar de tweede rij begeleid waar op de stoel een A4‘tje met mijn naam klaarligt. De presentator begint lang te praten in het Frans met theatrale handgebaren. Tegen het podium aan staat een rij met fotografen, die als gekken beginnen te flitsen zodra een van de winnaars een brok in de keel krijgt of een traan laat.
Het Filmfestival in Cannes is natuurlijk prestigieus en belangrijk. Maar het evenement zelf is vooral behoorlijk formeel en stijf. De Fransen spreken uit principe geen Engels en de juryleden mogen in een hoek zitten, maar niets zeggen. Jammer dat Jake Gyllenhaal en Sienna Miller die tien meter bij je vandaan zitten, niet mogen praten. Het lijkt alsof ze dat zelf ook vinden.
De slotceremonie van het Cannes Filmfestival is bijzonder om mee te maken, maar het doet me ook beseffen dat zo’n event eigenlijk wordt gecreëerd door de televisiezenders en de foto’s en dat mensen gewoon mensen zijn.
Onderweg terug naar het hotel ben ik de avond nog eens aan het overpeinzen als een man mij vraagt of ik misschien even zijn elektrische skateboard wil proberen. De leukste ontmoetingen spelen zich vaker af op de kale stoeptegels dan op rode lopers.
SALUT!