Dit wist je nog niet over champagne

Volgens cijfers drinkt de gemiddelde Nederlander een half glas champagne per jaar. Weer andere onderzoeken komen uit op een fles per jaar per persoon, maar het is hoe dan ook niet veel. Ik heb dan ook sterk het vermoeden dat in die onderzoeken de Amayzine-redactie buiten beschouwing is gelaten want ik denk dat wij gemiddeld een fles per week drinken. Serieus, een hálf glas per JAAR? Hóe dan? Ik snap er niets van. Hoog tijd dus om dat gemiddelde omhoog te krikken. Straks een VrijMiBo op de planning? Plop een fles open en laat dan  onderstaande wist-u-datjes eens heel terloops vallen. Heb je én bubbels én eeuwige roem.

In een fles champagne zit drie keer zoveel druk als in een autoband. Daarom is de bodem van de fles ook zo dik, zodat die niet per ongeluk openbarst.

Een kurk die uit de fles knalt kan een snelheid van 64 kilometer per uur bereiken.

Maar eigenlijk moet je de kurk niet laten knallen, maar er zachtjes af laten sissen.

In een standaard fles zitten zo’n 49 miljoen bubbels (géén idee hoe ze dit ooit hebben kunnen tellen maar het staat op Het Internet dus dan is het zo).

Er bestaan meer dan 10.000 verschillende champagnemerken.

Een mousserende wijn mag pas champagne genoemd worden als die uit de streek Champagne in Frankrijk komt.

In Champagne liggen zo’n 980 miljoen flessen onder de grond te wachten tot ze klaar zijn.

Die liggen niet ín de grond, maar in lange donkere gangen. Dat gangenstelsel is in totaal zo’n 200 kilometer lang.

Het is beter om je champagneglazen met de hand te wassen en ze niet in de vaatwasser te doen; zout en afwasmiddel zijn namelijk niet goed voor de bubbels.

En tot slot: wie de etiketten van een fles bewaart is een “oenolabelofilist” en wie de draadkorfplaatjes verzamelt wordt een “placomusophilist” genoemd. Klinkt toch chiquer dan “alcoholist”.