Editor’s Diary
Het komt niet vaak voor dat ik als eerste op kantoor ben. Drie kinderen weet je wel. Die moeten eerst naar school worden gebracht dus als ik het red om 09:30 uur hier te zijn, ben ik blij. Maar straks heb ik een afspraak met Mart Visser en vanwege onze krankzinnige schema’s moest die ’s ochtends in de vroegte plaatsvinden.
We ontmoeten elkaar straks in zijn depot waar al zijn couturestukken hangen. En daar zal ik een ontzettend Assepoester-moment beleven want we gaan er iets heel moois uitkiezen dat ik maandag zal dragen bij Marie Claire’s Prix de la Mode.
‘De Prix’ zoals hij wordt genoemd is een van de chicste modefuifjes. In mijn tijd als hoofdredacteur ontvingen we de toplaag van planeet mode (denk Peter Dundas van Emilio Pucci, Bette Franke, Nicola Gerber-Maramotti van MaxMara, Patricia van der Vliet, Piet Paris) in het Concertgebouw. Maandag is de venue het Stedelijk waarbij ik tot mijn schaamte moet aantekenen daar sinds de verbouwing alleen maar voor feesten en partijen te zijn geweest en niet voor De Kunst. Schande!
Schreef ik vorige week nog dat de maand januari een uitzichtloze maand is zonder leuke fuifjes, deze en volgende week zijn zo volgesmeerd dat ik me afvraag of er slaaptijd is ingeroosterd.
Goed, deze week viel misschien nog wel mee. Al kwamen er door het overlijden van Frans Molenaar wel wat tv-interviews bij in het schema. En mijn flirt met mijn oude liefde ballet was Editie NL opgevallen waardoor ze meteen een item over de ballethype maakten. De interviewlocatie was balletwinkel Papillon dus je begrijpt dat ik daar meteen even mijn slag heb geslagen.
Dit weekend vlieg ik even met mijn liefde naar Antwerpen. Slapen in ons lievelingshotel met een bad waarin je kunt afzwemmen zo groot en dan begint de grote feestweek. De Prix, een heen-en-weertje naar Berlin Fashion Week waar we Sylvie Meis en Bar Refaeli interviewen en natuurlijk Fashion Week Amsterdam.