Beste Suzy,
Gisteren zag ik je weer even bij de show van Viktor & Rolf. Je werd gereden, zoals dat hoort bij een dame van jouw niveau, en je kwam pas na heel lang wachten de auto uit. Met een boos gezicht maar dat snap ik want je moest helemaal naar een andere ingang lopen. Dat is ook irritant.
Suzy, ik zie je natuurlijk overal en maak altijd stiekem een kleine buiging voor je. Ik kan niet anders. Je schreef 25 jaar de beste fashion reviews voor de International Herald Tribune (iemand die blijkbaar niet veel te doen had heeft het aantal woorden dat jij schreef ooit geteld, waren er 1,7 miljoen), je werd ridder in de Order of the British Empire en kreeg in Frankrijk de Legion d’Honneur.
Vorig jaar stapte je over naar Vogue.com. Dus feitelijk zijn we online collega’s. Ik stond trouwens ook achter je in de rij voor een ussie met David Beckham. Toen jij met hem op de foto ging, durfde ik ook.
Afijn Suzy, ik houd van je stukken, geniet van je ‘pompadour’ (dat vrolijke drolletje dat je als signature op je hoofd draagt) en ik vind het heus goed dat je niet als Anna dello Russo je armpjes in de lucht steekt zodat elke willekeurige designer er zijn kleding overheen kan gooien. Je bent ‘hors catégorie’ en geen slaaf van de mode.
Maar Suzy… zoals je er gisteren uitzag. In die paarse slaapzakjas met een doorgezakte, uitpuilende tas en veel te strakke laarzen. Dat hoeft toch niet? Nee toch? Ik zou zeggen; even naar MaxMara voor een camel coat, naar Hermès voor een understated Birkin (alle ruimte voor je schrijfblok en je laptop) en naar Chanel voor mooie ballerina’s. Allemaal klassiekers die nooit uit de mode gaan. Net als jij.