Afgelopen week kwam acteur Vincent Croiset bij ons op de redactie, dus die greep ik natuurlijk meteen bij z’n lurven voor een hartige woordje over zijn guilty pleasures. “Wees open en vertel vooral alles. Niemand leest het, dus je kunt eerlijk zijn.” Dus, nooit tegen iemand zeggen dat je dit gelezen hebt, dan kan ik volhouden dat ik een vrouw van m’n woord ben. Deal? Deal.
Welke klus stel je altijd uit?
“Administratie met stip. Daar word ik echt met de jaren slechter in, en dat terwijl ik redelijk georganiseerd ben. De jaaraangifte besteed ik uit, maar degene die elk kwartaal moet doe ik zelf. Zit nu trouwens ook in een verhuizing, dus dat is niet heel bevorderlijk voor het administratieproces.”
Grootste zinloze irritatie?
“Scooters die toeteren op het fietspad. Of fietsers die heel agressief hun fietsbel gebruiken. Dan ben ik met m’n kinderen aan het fietsen, dan fietsen we naast elkaar, en dan hoor ik dat agressieve getringel van achter en daar kan ik echt niet tegen. Je zult gewoon af en toe even moeten wachten op elkaar. Als er toeristen midden op de weg lopen dan mag je trouwens wel toeteren of bellen, dat is een ander verhaal.”
Wat is je vreemdste eigenschap?
“Nou, ja, jemig. Ik sta voor veel mensen bekend als iemand die in z’n neus kan peuteren, veel aan m’n haar zit, en ook wel eens dingen recht legt. Die boeken op tafel? Ehm, nee die niet. Ik bedoel dat ik dingen aan mezelf recht leg. Snap je? Meeste mensen die me kennen die zijn er wel aan gewend, maar ik kan me wel een graftekst bedenken waarop staat ‘Hij zat aan z’n neus en aan z’n haar en ook aan andere dingen.’ Ook in het openbaar trouwens.”
Verborgen talent?
“Ik denk persoonlijk dat ik dus wél heel goed kan zingen, maar dat is dus nog niet uitgekomen. Heb wel eens in voorstellingen moeten zingen en een keer heb ik een soort trauma opgelopen omdat mijn lied er toen uit moest. Dat had niet eens zoveel met mij te maken maar meer met het lied, maar toen ben ik zó boos geworden dat ik de partituren naar iemands hoofd heb gegooid. Vorig jaar heb ik auditie gedaan voor Herman Brood en daar ben ik heel ver in gekomen, en ik vond dat zingen opeens heel leuk. Maar zover is het nog niet gekomen, want de man die partituren naar z’n hoofd gegooid kreeg zat ook bij die auditie…”
Wat doe je als je alleen thuis bent en niemand je kan zien?
“Ik hou heel erg van series. Ik zit graag naar Netflix te kijken, maar ik ben niet heel vaak alleen thuis. Nu is m’n favoriete serie Fargo, na Breaking Bad dan wel. Die staan hoog op de lijst. Ik kijk ook veel series met m’n kinderen, en anderen hebben nog wel eens een mening over wat ik ze dan laat zien. De jongens van elf houden van Walking Dead, dat vinden we een heel leuke serie. Maar aangezien ik er ook eentje van vijf heb ontkom je er niet aan dat hij ook weleens een zombie gezien heeft. Nu hadden we de afspraak gemaakt dat hij wel mee mocht kijken, maar dat zodra er een zombie in beeld kwam hij een deken over z’n hoofd moest doen. En dat had ‘ie geaccepteerd. Maar doordat we het vaak over acteren hebben weten ze dat het nep is, en dus vinden ze veel dingen niet eng. Maar op een gegeven moment ging het toch mis, want die van vijf begon op de kleuterspeelzaal met z’n vriendjes ‘zombie spelen’. Vechten, hersens inslaan. Dus ik dacht ooooh god, waar ligt de bron? Dat ben ik dus.”
Heb je een gênante hobby?
“Ik ben een tijdje gaan boksen om me wat mannelijker te voelen. En dat kun je gênant noemen, want je moet er wel dingen voor kunnen en dat is niet echt het geval. Het lijkt misschien niet gênant, maar dat is het wel als je mij ziet boksen.”
Meest gebruikte smoes?
“Nou eentje die kan ik gewoon niet zeggen. Nee, echt niet. Nee, nee, nee. Ehm eens zien, nou ik ben wel erg goed geworden in uitstellen. Dat ik kan zeggen ‘nee ik heb het nog niet af want ik ben zó druk geweest’ of ‘ik ben zo druk met werk geweest.’ Ja en de kinderen, die kun je natuurlijk vaak inzetten. En ik heb vele smoezen, want ik moet me soms een beroerte liegen om al de dingen te doen die ik doe, qua filmen en toneelspelen, dus als ik dubbele deadlines of afspraken heb, verzin ik heel graag een doktersafspraak of een knieblessure die weer is op komen spelen. Als het kan hѐ.”