Huisje, boompje, buikje
Een paar levens terug was ik ad interim hoofdredacteur van het weekblad Flair. De échte hoofdredacteur baarde een derde kind en wilde daar lekker lang van genieten zodat ik acht maanden van deadline naar deadline huppelde.
Ook mocht ik ‘lekker mijn gang gaan’ dus daar ging ik. Ik had trek in een mannelijke columnist. Iemand met kinderen, maar wel met een verhaal. Liefst iemand met een samengesteld gezin, voor de herkenbaarheid. En leuk, leuk moest hij zijn. Leuke man en een vader zoals je hem zou tekenen. Dat dus.
Als het even kon ook iemand die kon schrijven want het is ook wel zo fijn dat je columnist gewoon zelf zijn stukje inlevert en niet iets inboert tegen een redacteur die daar dan een lopend verhaal van moet maken. Want ja mensen, er zijn een hoop mensen die echt niet zelf hun column schrijven. Nee, ik noem geen namen. Tenzij ik je tegenkom en je me twee witte wijn geeft.
Maar er zijn ook mensen die echt kunnen schrijven. Linda bijvoorbeeld. Aan haar voorwoord wordt geen komma veranderd. Afijn, ik dwaal af. Ik kwam op Bastiaan Ragas. Vader van vier, getrouwd met Tooske en goed gescheiden van Laura Vlasblom. Bas schreef liedjes dus dan moest een wekelijks columnpje ook wel lukken.
Ik mailde, hij belde. “Het lijkt me wel heel leuk eigenlijk.” En voor we het wisten zaten we samen in de bar van het Hilton te praten over de vorm. Van Flair is Bastiaan gehopt naar De Telegraaf. En gisteren presenteerde hij zijn derde boek; Huisje, boompje, buikje. Of ik ook kwam, want bij mij was het toch allemaal begonnen. Ik vind het een eer, Bas. En als ik je boek net zo leuk vind als ik jou vind, wordt dit een bestseller.