OPPOSITES ATTRACT: EEN RELATIE MET JE TEGENPOOL, ZO DOE JE DAT
Hij is introvert, ik kan nog geen tien minuten mijn muil houden. Hij woont in een rustig dorp aan de Veluwe, ik in het centrum van hartje Utrecht. Hij vindt honderd keer bij hetzelfde restaurant eten geen probleem als het eten ‘prima’ is, ik wil mijn leven (en mond) volproppen met nieuwe ervaringen. Als mijn vriend en ik geen tegenpolen zijn, dan weet ik het ook niet meer.
Sander is eigenlijk alles wat ik niet ben. En toch zijn we al ruim zes jaar samen. Met ups en downs zoals in iedere gezonde relatie, maar bovenal ups, waardoor we beiden al zes jaar de stempel ‘bezet’ op ons voorhoofd hebben staan. Soms verbaas ik me er ook wel over dat twee mensen die zó enorm verschillend zijn verliefd op elkaar kunnen worden en dat kunnen blijven. En aan de andere kant denk ik: ’s avonds in bed kruipen met iemand die op mij lijkt, dát lijkt me pas scary. Ik zou meteen een bitch fight met mezelf krijgen, denk ik.
Want is dat niet waar ik als extravert type naar op zoek ben? Iemand die me aanvult in de dingen waarin ik juist slecht ben? Een partner die kan relativeren als ik panisch voor de spiegel schreeuw dat ik alwéér geen kleding meer heb? Een Sander die met liefde een rundvleessudderpotje met stoofpeertjes maakt terwijl ik nog niet eens een fucking ei kan bakken zonder het te laten aanbranden?
Eigenlijk heb ik zover ik me kan herinneren alleen nog maar lange relaties gehad, dus ik kan mezelf eigenlijk wel een expert noemen op het gebied ‘being a girlfriend’, al zeg ik het zelf. Ik kreeg de vraag laatst nog te horen: ‘Kiek, hoe kun je in godsnaam gelukkig zijn in een relatie, als je allebei zo anders bent?’. Dus deze is voor jullie, voor alle lovers met een tegenpool als crush of partner.
1: Accepteer de ander zoals hij/zij is
We kijken binnen een relatie toch al snel naar waar de grens ligt en schoppen er dan graag nog even tegenaan. Kan je partner niet nét iets meer zo of zo zijn? (Of ben ik de enige heks die in de eerste maanden van mijn relatie zo dacht? Kan natuurlijk ook.) Anyway: uiteindelijk krijg je dan een situatie waarin niemand tevreden is. Ik denk: take it or leave it. Uiteraard is er ruimte over voor discussie over de eigenaardigheden van de ander, maar hele persoonlijkheden moeten gewoon niet worden omgekleid. Dan kun je beter ’n ander zoeken.
2: Het is oké om allebei je eigen leven te hebben
Mijn vriend en ik wonen na zes jaar nog steeds niet samen. We hebben allebei ons eigen leven en vinden dat eigenlijk heel relaxed. Hij kijkt voetbal met z’n vrienden, ik winkel de stad leeg. Hij heeft een feestje met werk, ik ga wijn drinken met mijn beste vriendin. We hebben –hoe gek dit ook klinkt- een pretty awesome leven los van elkaar. Maar toegegeven: het leven is nog beter op de dagen dat we samen zijn. En door elkaar niet altijd te zien, blijft het ook leuk!
3: Kijk naar wat je van de ander kunt leren
Ik benoemde het net al: ik ben geen keukenprinses. Af en toe ga ik daarom ook op kookcursus met vriendlief in de keuken. Daarnaast heeft hij me geleerd de dingen niet zo zwaar in te zien, met name op de dagen dat ik ongesteld en godsgruwelijk chagrijnig ben. Ik leer hem op mijn buurt weer om door te zetten als het even tegenzit, en om zich assertiever te gedragen in bepaalde situaties.
4: Zoek uit wat je wél met elkaar gemeen hebt
Zelfs tegenpolen hebben gelijkenissen. Sander en ik hebben gezamenlijke passies voor reizen en de bourgondische levensstijl. Als we lekker eten op ons bord hebben of op reis zijn, spreken we al-tijd dezelfde taal.
5: Onthoud vooral: de ‘perfecte’ relatie bestaat niet
In iedere relatie zijn strubbelingen en stiekem vinden we het ook wel weer leuk als we achteraf iets goed te maken hebben. Iets met make-up seks enzo. Dus: omarm elkaars ritueeltjes en eigenaardigheden en dan komt het helemaal goed, toch San?