Samenwoondagboek 1
Ik ga samenwonen. Heel leuk, ook spannend en ik voel me ongelofelijk volwassen. Over een paar weken wordt er een vers naambordje op de voordeur getikt en in de tussentijd houd ik hier een dagboek bij over het verloop, maar ook om de stress van me af te schrijven (het inpakken bijvoorbeeld, wáár moet ik beginnen?), of juist tips te delen of advies te vragen.
Ik verhuis naar hem, dus je begrijpt: álles gaat eruit en ik struin de laatste weken alle vtwonenachtige sites af voor een nieuw interieur. Gelukkig is hij het met (bijna) alles eens, dus dat scheelt. Allebei onze inboedels knalden we op Marktplaats om daarvan weer nieuwe spullen te kopen. Dat op Marktplaats ging echt hartstikke rapido, dus ik kon snel de loveseat kopen die ik al een paar dagen op het oog had en ik heb me helemaal gestort op de accessoires, want dat laat hij (natuurlijk) allemaal aan mij over. Er komt ook een giga inloopkast, eigenlijk moet ik inloopkamer zeggen. “Oh wat leuk, dat wordt dus de babykamer later”, heb ik al vele malen gehoord als ik het huis beschrijf en jahaa, dat zóu inderdaad kunnen, mocht de vraag ook even door jouw hoofd spoken. Toen de kast (op aanraden van May op de IKEA-site zelf ontworpen) eindelijk helemaal naar mijn zijn zin was met een sieradenlade, led-lampjes, genoeg ruimte voor schoenen, grote lades, een plek voor lange jurken en een hele linkerkant voor de sportafdeling, zei hij: “Mooi schat, en waar is mijn gedeelte dan? ” Woepsie. In plaats van dat ik de boel helemaal weer omgooide, heb ik er maar een metertje aan vastgeplakt. Makkie.
Er wordt ook nog het één en ander gestuukt, veel geverfd (er zijn wat muren BORDEAUXROOD), schoonvader maakt een kastje op maat voor onder de tv, zwager regelt dat er in alle kamers boxen hangen, vriendje is ongelofelijk goed in lijstjes maken, plannen, het overzicht houden en opdrachten uitdelen, dus vrienden en familie zijn opgetrommeld voor verschillende taken. Ik hoef alleen maar uit te zoeken voor welk klusje ik ben ingepland, maar dat zal sowieso de catering wel zijn op de verhuisdag.
Je hoort het; alles is onder controle en ik ben tot over mijn oren hoe leuk ik het allemaal vind. Tot die dag op derde kerstdag. Het ging namelijk zo:
Er zaten dus al drie dagen uitgebreide kerstdiners en ruime hoeveelheden gin-tonic op. Ik kón niet meer. “Ik ben hier serieus te oud voor; zoveel dagen achter elkaar”, gaat dat dan in onze vriendinnen-groepsapp.
Op de planning stond: naar Karwei. Op die dag werkte er een vriend van “ons”( mijn godje, I know: burgerlijk, maar ik kom er soms gewoon niet onderuit) en dus zou hij een private tour geven met advies. Private tour and shopping advice klonk mij goed in de oren, dus ik vermande mezelf en ging natuurlijk mee. Maar daar begon het dus, allebei een katerkop van hier tot Tokio en dan kom je dus voor de volgende keuzes te staan: wát voor keukenkastjehandvatten, welke kleur lampdraadje, WELKE PLEEBRIL, wélk soort ophangsysteempje voor dat plankje in de douche, wát voor soort planken voor het servies, wát is eigenlijk de maat van die radiator?, wát voor fitting hebben we voor die lamp nodig? en wélke spiegel zullen we nemen? En die laatste vraag was nog wel de verschrikkelijkste, want ik zag mezelf dus steeds met rooddoorlopen ogen, wallen tot aan mijn knieën en haar dat alle kanten op stond. Ik koos voor de spiegel waarin ik er het minst brak uitzag.
Goed, het zat erop na twee uur en we reden naar (nu nog) zijn huis. Wat bleek? De handvatten die we qua maat op de gok kochten waren niet in de goede maat, het plankje in de douche was lelijk als we dat verwisselden, want er bleven twee grote gaten over, die radiator was véél langer dan we dachten en ik kwam erachter dat de spiegel 250 piek was.
To be continued…