Waarom Maarten van Rossem Mays stijlicoon is
Deze week schoof ik (met behoorlijk verhoogde hartslag) aan bij De Slimste Mens. Over de uitkomsten mag ik vanzelfsprekend niets zeggen, tenzij ik je daarna kan opsluiten en je pas half januari weer mag bevrijden, maar over wat daar zoal gebeurde natuurlijk wel.
Zo ontmoette ik dus ’s lands grootste bromsnor Maarten van Rossem. Nog voordat we elkaar een hand hadden gegeven, riep hij me al toe. “Jij bent lifestyledeskundige. Fascinerend vind ik dat. Hoe wórdt een mens zoiets?”
Ik vertelde Maarten dat ik mezelf dat etiket niet opplak en dat ik ‘gewoon’ hoofdredacteur ben van een platform. “Ah, net als ik. Dat ben ik ook.” Meneer van Rossem leek zowaar verheugd.
Tijdens de opnames vroeg Philip Freriks me om de outfits van mijn collega-kandidaten door te nemen om te eindigen met de eenkoppige jury. Maarten van Rossem.
Wel, Philip. Maarten komt standaard voor in een lezing die ik geef over het belang van het hebben van een signature-look. Mensen denken graag in hokjes en vinden het prettig als jouw uiterlijk in een blik vertelt wie je bent. Zo ongeveer.
Nuances en finesses komen later wel. Door zijn standaard zwarte outfit geeft Maarten aan er totaal geen deelgenoot van te willen zijn, bovendien kleurt het zijn tikje donkere geest en met zijn vrolijk gekleurde schoenen relativeert hij de boel en vooral zichzelf weer een beetje. Maarten krijgt een plaatje van de juf als het gaat om een goed doordacht en uitgewerkte signature.
“Iconisch dus bijna?” Vroeg Philip Freriks me met lichte twijfel in zijn blik. “Grenzen aan, zou ik zeggen.” Was mijn antwoord. Ik vond het wat onbeleefd om te zeggen dat je om de iconische status te bereiken eigenlijk eerst zou moeten sterven.
Voorzichtig keek ik naar rechts. Richting Van Rossem. Ik verwachtte een sneer of minst genomen een opmerking die ‘het allemaal maar onzin’ noemde.
Maar daar zat hij hoor, mijn favoriete knorprofessor. En hij zei niets tegen mij. Hij keek Philip een paar seconden aan vorodat hij zei: “Dat had je niet gedacht, hè?”
Ik geloof zowaar dat hij een beetje glom.