Amayzine

Fun & Famous

11X WAAROM IEDEREEN AAN CARNAVAL ZOU MOETEN DOEN

Oké. Ik loop nu het risico om alle geloofwaardigheid, die ik met zorg heb opgebouwd in de redactionele, Amsterdamse regio, in één minuut naar z’n mallemoertje te helpen. Maar soit. Ik doe het gewoon. Ik ben gek op carnaval. Wat zeg ik, gek? Ik HOU van carnaval. En dan de traditionele variant. Waar de boerenkielen van zolder komen en je een huge bloementuin op je hoed stikt. Vastenavend heet het hier, dat katholieke feestje voor de vastentijd (wat dus eigenlijk helemaal niet katholiek, maar heidens is).

Of ik, van daar zo ver beneden de rivieren, misschien in wat puntjes uit kon leggen waarom je aan carnaval moet doen. Uhm, nee. Lukt niet. Ik heb namelijk zo’n honderdduizend plausibele punten waarom je een keer af moet zakken naar het zuiden in tijden van leut (ja, zo noemen ze dat). Maar omdat ik een voorstander ben van kort en bondig… Haaa, grapje natuurlijk. Morgen is het de elfde van de elfde, hét begin van het carnavalsseizoen, dus ik vertel je met liefde in elf uitgebreide punten waarom carnaval vieren een leutig idee is.

1. Het ensemble

In januari trek ik naald en draad uit de kast, want alles wat ik draag wordt zelf aan elkaar geklust. Een bloemetjeshoed, gordijnen op de jas, een dweil (want we dweilen wat af van kroeg naar kroeg) en de boerenrok. Ik probeer mijn signature look mee te geven aan mijn bullen. Klinkt dan toch weer wat minder charming dan ensemble, hè? Maar alles wat connectie heeft met uitbundig aan-, ver-, of omkleden is fashion (nou, bijna dan).

2. Op straat

Je wandelt hier niet van kroeg naar kroeg, de helft van die blije tijden breng je buiten door (denk festivalchaos, maar dan onder de bezielende begeleiding van een vals trompetje). En als je het plan opvat om te verkassen, dan doe je dat dweilend. het liefst achter een bandje aan. Dan zwier je door de straten, tot de band in het volgende cafeeke het dak eraf blaast.

3. Jong en oud

Ja, carnaval vier je met vrienden. Maar ook met de kinders, een verdwaalde opa of oma, de achterbuurvrouw, die vriendelijke snuiter van de sigarenshop om de hoek… Het is een feest voor jong grut, maar ook voor grootmoeders die stiekem Schrobbelèr nippen uit limonadeglazen.

4. De tradities

Als jullie morgenavond een vino wegtikken, dan sta ik met nog zo’n duizend man bij een standbeeld van een geit de zevensprong te doen. Alsof het woensdagmiddag 12 uur is en het vetste kinderfeestje met olifant en jongleur zo gaat beginnen, zó voelt het. De elfde van de elfde is het begin van het seizoen en dat betekent… Dat het nog lange niet, nog laaange niet afgelopen is.

“Ik ben gek op carnaval. Wat zeg ik, gek?
Ik HOU van carnaval.”

5. Een dansje en een riedeltje

Heb je slicke moves? Nou, laat die maar thuis. Dansen op dweilmuziek houdt het midden tussen een wals en wat hossen. Ie-de-reen kan het. Maar ook als je niet zo’n publieke walser bent, ga je met de voetjes van de vloer. Zelfs mijn vriend staat met zijn handen in de lucht (en dat is een unicum, geloof me). De Gebroeders Ko met hun waterscooter komen er trouwens niet in, de liedjes zijn van Brabantse grond met invloeden van het klassieke buitenaf.

6. De reünie

Onze freunden zijn nogal uitgewaaierd door de jaren. Maar niet met de Vastenavend, nee. Daar worden met zorg wat vrije daagjes voor gereserveerd, de oude kinderkamer wordt opgeleukt en iedereen komt en masse naar het huis van pa en moe. Zie je ze allemaal weer. Niet een uurtje, maar vier uitgebreide weekenden lang. En dat is één groot feest.

7. Logeren

Mijn huis is mijn huis niet meer. Oké, een ietsepiets minder aangenaam. De logés gedragen zich op dag één nog voorbeeldig, maar bij dag vier is alle gene foetsie. Dat is geen home make-over, maar een home take-over. Op woensdag schrob ik me het ongans, maar gezellig dat het is.

8. Hé, het is een feestje

En feestjes zijn leuk. Zeker als het feestje bijna een maand duurt.

9. En daar drink je een klein drankje

Denk je dat het één zuipfestijn is, daar onder de rivier? Think again. Er wordt een fijn borreltje genuttigd, maar dat is heus niet het belangrijkste. Je viert de donkere dagen zo de deur uit, met de aller-allerleuksten. Kijk, daar blijft geen winterdip van overeind.

10. Het verheugen

Dat doe je van de verdrietige, laatste dinsdagavond (ook al lig je om, zo moe) tot de elfde van november. In de zomer krijg je plots heimwee naar het feest, als je nog wat verdwaalde confetti achter de plint vandaan stofzuigt. Je telt af in elftallen. Nog zes keer elf dagen, nog vijf keer elf dagen, nog vier keer elf dagen. Oh, is het al bijna morgen?

11. En dat alleen jij dat snapt

Ik ken die blik iets te goed. Zo van: my god, je leek de boel daarboven prima op orde te hebben, maar vier je carnaval? Die. Bijna niemand snapt het, tót je het viert. Dus hup, gewoon een keer doen. Maar dan wel op traditionele wijze, dat Mega Mindy-pak laat je thuis.

By
Adeline spit met een doppio espresso elke morgen het nieuws, verse magazines en stapels boeken door. Als het even kan niet vanaf thuis, maar lekker remote werkend ergens ter wereld.
10-11-2016
Love & Sex
Top 3
Trending Topics
Top 3