Fun & Famous
7 DINGEN DIE IK HEB GELEERD VAN DE FORMULE 1
Zondag ging ik dus, voor het eerst in mijn leven, naar een Grand Prix. Ik had me er een hoop van voorgesteld en geloof me: het was allemaal net zo spannend als ik had bedacht, maar ik heb toch een hoop geleerd van mijn trip. Dus mocht je ooit naar een Formule 1-wedstrijd gaan, lees dan even mee.
1. Wees op tijd
Ik sliep in een hotel dat twintig kilometer verwijderd was van het circuit. De wedstrijd begon om 14.00 uur ’s middags. Mij leek het overdreven op tijd om na het ontbijt in de auto te springen, maar serieus, toen had ik al file. Een uur. Da’s bijna knap.
2. Stoelverkoeling
Een mens moet wat in de file, dus ik heb iets ontdekt in de Renault Talisman wat ik nog niet kende. Nog nooit gezien ook. Stoelverkoeling. Koude billetjes. Degene die dat heeft bedacht, verdient een standbeeld. En een Nobelprijs. En elke dag champagne. Hoe briljant. Vooral als het buiten 29 graden is en je in de file staat op weg naar een circuit dat je kunt horen en ruiken, zo dichtbij is het.
Stoelverkoeling. Koude billetjes.
3. Als je aan de lijn doet, heb je een probleem
Of je moet helemaal niet eten, dat is dan de enige optie. Verder is er niets gezonds te vinden op het hele terrein. Het is friet, worst en hamburgers wat er de klok slaat. Mannenwerk. En bier. Als je de knop omzet, is het allemaal heerlijk en heel erg gezellig.
4. Oordoppen hoeven echt niet mee
Dat dacht ik dus en dat zei ook iedereen tegen me, maar ten eerste krijg je die keurig op het circuit en ten tweede heb je ze helemaal niet nodig. Of ik ben al doof, dat kan natuurlijk ook.
5. Laat je hakken maar thuis
Of als je ze dan per se toch aan wilt, doe dan een sleehak aan. Je loopt door zand en gras en jij weet en ik weet dat hakken en zand en gras nu eenmaal geen dikke maten zijn.
6. Neem zonnebrand mee
De Grand Prix is het nieuwe festival. Dus een dag vol in de zon. Met een biertje en een braadworst dus, zou zomaar kunnen. Maar hoe dan ook met je snufferd in de zon. Heerlijk heerlijk, maar die zonnebrand moet mee.
De Grand Prix is het nieuwe festival
7. De racers zijn helden
Ik ben geïndoctrineerd en meteen gehersenspoeld door mijn man. Eerst zorgde hij ervoor dat ik voetbal leuk vond en nu ben ik dus Formule 1-fan. Door de verhalen over wat ze er allemaal voor moeten laten en wat ze allemaal verdienen. Kimi Räikkönen, Sebastian Vettel, de Renault-rijders Kevin Magnussen en Jolyon Palmer en natuurlijk ‘onze’ Max Verstappen. Tijdens zo’n Grand Prix komen ze echt tot leven. Misschien zie je het op tv allemaal beter en heb je gezellig Olav Mol die het allemaal duidt, maar als je daar zo zit en ze knetteren voorbij met hun 300 kilometer per uur, dan doet dat wel wat met je.
8. Zorg voor een creditcard met een rechte rug
Want een beetje kaartje kost zomaar honderd euro en je hoeft helemaal niet gek te doen om er een van vierhonderd euro te vinden.