Interior & Design

DE 5 FOUTEN IN JE INTERIEUR

Vroeger plunderde ik heel veel winkels om mijn slaapkamer elke week een nieuw jasje te geven. Ik heb kussentjes van bont gehad, kaarsen in alle kleuren van de regenboog en kandelaren die nog geen euro opleveren, terwijl ik daar vroeger al m’n zakgeld naartoe gooide. Inmiddels heb ik wel wat geleerd. Ik spaar net zo lang tot ik echt goede interieurinvesteringen kan doen en daar heb ik tot op de dag van vandaag echt geen spijt van. Geloof me. Je vult de boel een beetje aan met een mooi salontafelboek, een IKEA-kastje en wat accessoires van HEMA en je hebt een huis waar geen foutje in te ontdekken valt. Én een huis dat best heel VT-proof is. Want onderstaande fouten, die ken je allemaal.

Prullaria

Het is zo ongelooflijk aantrekkelijk om winkels totaal leeg te kopen met prullaria. In eerste instantie denk je natuurlijk dat je al die items enorm nodig hebt (ik noem een kaars, een stolp, een beeldje, een ontbijtbordje en weet ik veel wat nog meer), maar eenmaal in je interieur ben je er na een maand op uitgekeken en blijkt het eigenlijk gewoon ontzettend overbodig te zijn geweest. Maar weggooien doe je niet, want dat is natuurlijk weer zonde. En terugbrengen kan ook niet meer. Dus is de oplossing dat je het laat staan en dat er zo langzamerhand een verzamelwoede insluipt waar je geen afscheid van durft te nemen. Zonde.

Kussens en kleedjes

Je hebt zomerkussens en hoesjes, je hebt wintervarianten en je hebt items als plaids die je enorm nodig hebt om  jouw bank tot een sofa om te turnen waar je nooit meer vanaf wilt komen. En het is ook een beetje sneu om maar één kussen op de bank in een hoekje te hebben, dus doe je de IKEA-stylinghoek na. Zo veel mogelijk zodat het er allemaal ongelofelijk gezellig en knus uitziet. Het enige probleem daarvan is dat er geen plek meer overblijft om te zitten. Overigens doet deze tip het wel goed als je je huis verkoopt, want iedereen wil diréct dezelfde bank incluis alle meuk die erop ligt hebben.

Geen afscheid nemen

Dat probleem heb ik gehad. Dat mijn vriend meubels thuis had (een of ander design tv-kastje en een waanzinnige schoenenkast die hij heel praktisch vond maar ik afschuwelijk), maar waarvan het moeilijk afscheid nemen was. Voor hem én voor mij. Want ja, eigenlijk is het natuurlijk heel erg zonde van het geld om dat weg te doen, het ziet er immers nog gloedjenieuw uit. Of er zit een emotionele waarde aan (schoonmoeders stoel of opa’s antieke kastje) en dat gooi je ook niet zo snel op Marktplaats. Maar toch: dóe het. Je maakt er iemand anders heel blij mee en die geeft er echt wel een tweede leven aan, en jij kunt je huid inrichten zoals je zelf wilt.

Trendgevoelig

Sowieso krijg ik van het woord trend al enorm de kriebels, want als het om interieur gaat, moet je gewoon doen wat je leuk vindt. Je gaat er veel spijt van krijgen als je je hele interieur omtovert omdat ‘paars met gele stippen en gouden kandelaren’ zo leuk zijn, terwijl je zelf eigenlijk enorm zwart/wit bent. Dan zit je ook niet zo lekker in je velletje als je thuis bent. Inspiratie is helemaal prima, maar houd het dicht bij jezelf. Dan blijf je toch echt het meest blij.

Fake spul

Investeer in je interieur. Nu hoef je natuurlijk niet een totaal designhuis te hebben, maar een goede bank, tafel en stoeltjes gebruik je elke dag. Zonde is het dan als je daar op beknibbelt en na twee maanden wéér een nieuwe investering moet doen.