Happy & Healthy

DOE DE CLOSET DETOX

In 8 makkelijke (nou ja, nou ja) stappen

Goed. Laat ik beginnen met zeggen dat ik altijd wel iets kwijt ben (klik hier maar voor het bewijs). Mijn Chanel-trui (een exclusief cadeau dat we ooit voor Kerst kregen en die dus nergens te koop is), mijn Gucci-heels die last season (dus ook niet meer verkrijgbaar) maar wel mijn lievelings zijn. Mijn leren jasje (inderdaad, dat ik net van mijn lief had gekregen): alles raak ik kwijt.

Meestal komt het op miraculeuze wijze bij me terug, maar het levert een hoop stress op. Daarom moet er Orde en Structuur in de kast komen. En het is ook nog íneens lente geworden, dus tijd voor een closet detox en zoals het gaat met alle detoxen, het proces is niet leuk, maar daarna…

1. Alles eruit

Ja, als ik zeg alles, dan bedoel ik ook alles. Als je in paniek uit het raam wilt springen bij de aanblik van al die kleding, kun je ook compartiment per compartiment doen. Eerst je leggedeelte, dan je hang, dan je lingerie, enzovoort.

2. Soppen maar

Estelle Cruijff had vroeger elke dag een andere werkster. Allemaal met hun eigen specialiteit. De een lapte de ramen, de ander deed de was. En elke woensdag kwam er iemand de kledingkasten uitsoppen. Met groene zeep. Wij doen dat twee keer per jaar en je zult zien wat een stof je weghaalt. Heerlijk klusje.

3. Toss, take, storage

Weet je nog, Carrie ging samenwonen met Big (dat dachten we toen, dat was nog voordat de sukkel zijn snor drukte voor het altaar) en moest haar walk-in closet uitmesten. Dat ga jij ook doen. Maak drie hoopjes. Of nee, doe maar vier. Eén stapel is voor kleding waar je niemand blij mee gaat maken. Die stapel lever je in bij het Leger des Heils of bij H&M die het allemaal gaat recyclen. Krijg je nog een kortingsbon van 15% voor ook.

De tweede stapel is de stapel waar vriendinnen of collega’s misschien blij van worden. En als dat niet zo is, dan kunnen die items alsnog naar hoopje 1. Hoopje 3 is het ‘store’-stapeltje. Hierop leg je de dingen die je niet elke dag nodig hebt. Skikleding, wintergear en misschien zelfs wel je galajurken. Hoopje 4 is de berg kleding die je gewoon weer in je kast wilt hebben.

4. Opbergen

Dit is een uiterst gevaarlijk stadium. Je bent namelijk geneigd om alles in een tas te kieperen en er nooit meer naar om te kijken. Maar dan kun je de kleding net zo goed meteen wegdoen, want zo ga je het vergeten. Bewaar soort bij soort en zorg voor stevige opbergboxen of kledingzakken. Voeg er voldoende anti-motballen aan toe. Nu denk jij dat dat stinkt, maar dat hoeft echt niet. Bij een goede stomerij heb je houten bolletjes die een heerlijke geur verspreiden en voorkomen dat je kleding wordt opgesmikkeld door kleine diertjes. Dan komt daar nog het hoofdstuk ‘labelen’. Zorg dat je duidelijk aan de buitenkant van de doos of kledingzak ziet wat erin zit. Ik zet er altijd nog een rating bij. ‘Echt Mooie Skikleding!’ ‘De moeite van het uitpakken waard!’ Dat doe ik omdat ik er anders met een boog omheen blijf lopen op mijn zolder.

”Vaak denk je dat je níets (maar echt niets) hebt aan te trekken, dat ga je nu voorkomen”

5. In de kast

Loop elk stuk goed na. Is het schoon, zitten alle knopen erop, past het, hangt de zoom er niet uit? Zo weet je dat alles in je kast meteen te dragen is. Dat geeft rust. Vaak denk je dat je níets (maar echt niets) hebt aan te trekken omdat je weet dat er met heel veel kledingstukken wel iets is. Dat ga je nu voorkomen.

6. Vouwen

Rechte stapeltjes, daar waar een lineaal langs gelegd kan worden, daar houden we van. Zet een strijkplank in je kamer en vouw al je shirtjes kaarsrecht op. Het helpt als je een beetje bijstrijkt en als je een slechte vouwer bent, kun je om een tijdschrift of een stuk karton heen vouwen. Zo weet je dat alles dezelfde afmeting heeft.

7. Soort bij soort

Je kunt natuurlijk je kast op kleur indelen, maar ik vind zelf soort bij soort makkelijker. En binnen de soort-categorie ga ik dan op kleur hangen. Dus jasjes bij jasjes, broeken bij broeken, jeans bij jeans, sweaters bij sweaters en dan werk ik altijd van licht naar donker.

8. Inspiratie

Gebruik de binnenkant van je deur als inspiratiemuur. Hang er foto’s in van jezelf in outfits waar je blij mee was. Bij voorkeur in elke situatie. Een leuke casual look, het perfecte kantoorpak, de feeststijl en de wedding guest bijvoorbeeld. Zo weet je wat looks zijn waar je altijd op terug kunt grijpen. Daarnaast kun je in diezelfde categorieën voorbeelden hangen van je stijliconen: Olivia Palermo, Carine Roitfeld (klik hier maar voor de stijllessen van Miss Roitfeld), koningin Máxima. Zo kun je even spieken wat hun extra stijlingrediënten zijn en wat je van ze kunt leren.

Het is een klusje, maar echt, je gaat er elke dag blij mee zijn. Tot het weer een rommeltje is in september. Dan beginnen we opnieuw.