Fashion
KIKI RAAKTE IN PANIEK IN DE CHANEL-WINKEL IN PARIJS
Daar stond ik dan. Ik wist dondersgoed dat ik überhaupt niet die winkel binnen moest stappen, maar deed het toch. Het gevoel was sterker dan ik. Na een half uur apegapen en drie keer mijn rekening checkend of ik dan toch écht niet rijker was dan ik stiekem dacht, besloot ik dat het slimmer was om me heel onopvallend weer naar de uitgang te begeven.
En toen zag ik een zonnebril. Waar ik niet zonder kon leven. “Help, ren weg nu het nog kan”, ging er door mijn hoofd. In een streep begaf ik me naar het rek met zonnebrillen om daar vervolgens drie kwartier te gaan passen. Shit.
En wat is dan het allerdomste dat je kunt doen als je in de Chanel boutique staat? Twee modeliefhebbende vrouwen meenemen. “Kiek, staat je ge-wel-dig, très bien. Echt doen. Daar ga je absoluut geen spijt van krijgen. Zie het als een investering.” Ik voel kleine zweetdruppels ontstaan bij het idee dat ik echt hon-der-den euro’s ga uitgeven aan een bril. Correctie: een ZONNEbril. Die je alleen op doet als de ZON schijnt. Wat gemiddeld zo’n 9 dagen per jaar is in ons miezerige boerenkoollandje. Wat bezielt me in godesnaam?
“En voor je het weet, staat er een uiterst behulpzame, chique verkoopster naast je en word je behandeld als een prinses”
Goed, dat was dus het duiveltje op de schouder, maar in mijn oor hoor ik twee engeltjes zeggen dat dit toch het perfécte souvenir is om mee naar huis te nemen, zeker voor mijn allereerste keer Parijs. Ik weet heus wel dat ik me voor dat laatste moet schamen. Afijn, dan ga je dus allerlei goedmakers in je hoofd bedenken waarom je deze bril moet/wil/verdient/gaat/kopen en voor je het weet, staat er een uiterst behulpzame, chique verkoopster naast je en word je behandeld als een prinses. Ik kijk nog even naar de bril. Een donkergroen montuur met ombre glasoverloop en twee überchique Chanel-pareltjes aan de zijkant. Voor ik het weet wordt de brillenkoker erbij gepakt en door de hele beleving kan ik niet normaal nadenken en loop ik als een gedrogeerd zombiekind naar de kassa om mijn pas er met pijn en al doorheen te roetsjen. Het waren wel drie spareribjes uit het lijfje, maar geloof me: als je eenmaal buiten staat met het zwarte tasje met de beroemde witte roos, kun je de wereld aan.
Coco zal trots op me zijn. En May vast ook.
Trouwens benieuwd naar mijn hele Parijs-trip (verder zonder absurde uitgaven hoor, beloofd)? Klik dan maar even hierrr.