Met Rebecca Laurey (je weet wel, die coole chick van Raspberry & Rouge) spreek ik af in West Village. Bij gebrek aan inspiratie voor nieuwe ontbijtspots stel ik weer eens mijn stamkroeg voor. Een dag later ploffen we allebei gehuld in onze dikste fluffy fur (nep natuurlijk) jassen, op de bank van Sant Ambreeus. Binnen, want buiten is het koud. Exact twee dagen later zit ik weer bij Sant Ambroeus. Ik heb mezelf getrakteerd op de nieuwe Vogue en een schaal fruit. Alleen nu zit ik buiten. In de zon. Zonder furry jas, maar met furry vriend. Ik stuur een foto van mijn ontbijt en Blue die aast op mijn blauwe bessen naar Rebecca. Dit hadden we twee dagen geleden moeten hebben!
De zon zet vastberaden door en het kwik stijgt tot 24 graden. New Yorkers lopen inmiddels bijna allemaal met de jassen onder de arm. De jas gaat los. En dikke winterlaarzen zijn in geen velden of wegen meer te bekennen. Ik doe ook mee. Zonder jas en met blote benen dribbel ik over de Avenues. Is dit de lente al, of worden we over een paar weken verrast met een sneeuwstorm? Het kan. Maar tot die tijd genieten we. Vooral van die zonsondergangen waarbij de hemel roze kleurt.
Een wankelend tafeltje midden in West Village is nog vrij. Samen met aanstaande man en wollenkind nemen we plaats. Heerlijk. Dell’anima in the Village is een van onze lievelings. Simpel, maar steengoed Italiaans eten. En daar houden we van. Blue is ook in z’n nopjes.
Voor een afspraak ben ik sinds tijden weer eens aan de Upper East Side. Toevallig stuit ik langs Dean & DeLuca. En daar verkopen ze heel goed snoep. Ik ben niet zo’n zoetekauw (doe mij maar hartig), maar Teun is hier nogal van. Hoe zoeter, hoe beter. Dus ik neem de Sour Twin Cherries mee. Oh, en die andere twee ook. Stiekem maak ik de abrikozen open (toch wel lekker) en wandel een beetje door deze buurt. Wat huizen allemaal. Gigantisch groot en gigantisch indrukwekkend. Deze trapgevel bijvoorbeeld…
Welkom in in Chelsea, Barneys! Eindelijk is ‘ie open, de Barneys op 10 minuten loopafstand van thuis. En dat is gevaarlijk. Gelukkig loop ik er alleen langs met Blue en die mag niet naar binnen… En dat is maar goed ook.
Het is weekend. En op zondag het ik ein-de-lijk die reservering bij Cafe Clover. Wat een gedoe altijd met die blitse cafés hier in New York. Over de bijna verlaten straten loop ik met de smashed avocado sandwich in mijn hoofd richting deze mega populaire tent waar (als het goed is) mijn naam staat genoteerd voor ontbijt om 10.00 uur. De grote blauwe deur zie ik al in de verte. En tegelijkertijd zie ik dat deze er ook behoorlijk dicht uitziet. Wat blijkt? Cafe Clover is nog helemaal niet open en ik blijk de reservering voor 10.00 uur ’s avonds te hebben gemaakt… Top.
Dus, over diezelfde lege straten lopen we onverrichte zaken terug naar huis. Geen smashed avocado sandwich. Wel een aanstaande man die niet kan stoppen met lachen. Ik word boos want hallo, ik kan gewoon slecht klok kijken en dat AM en PM, daar snap ik ook nog steeds niet te ballen van, ja! Hij ziet dat ik serieus ben. En (al zijn lachen inhoudend) krijg ik een aai over m’n bol en een lesje AM-to-PM, terwijl we koffie drinken en genieten van Mediterraans ontbijt bij Jack’s Wife Freda. Was ik vorige week ook, maar ach, het is er heerlijk. Cafe Clover komt de volgende keer maar weer.