Fun & Famous
Trauma’s van de naaktcamping
Overtuigde nudisten moeten nu maar stoppen met lezen, want hier volgt geen lofzang op jullie hobby. Sorry. Ik vind jullie misschien niet per se raar, maar dat geflash met jullie edele delen, daar begrijp ik iets van.
Misschien ben ik er te jong, en onder valse voorwendselen ook nog eens een keer, mee in aanraking gekomen, maar ik begrijp er dus helemaal niets van. Het kwam namelijk allemaal zo. Ik zou met mijn jeugdvriendinnetje meegaan naar haar huisje in Zuid-Frankrijk vlakbij parfumstadje Grasse. Ik zou met de bus aankomen in Cannes. Het klonk me allemaal ontzettend Saint Tropez in de oren en ik wierp al mijn luchtige jurkjes en zonnehoeden in mijn grote weekendtas.
Wat bleek? Niets van dat al. Een hobbelig kiezelpad bracht me na anderhalf uur U-bochten en haarspeldomwentelingen naar het huis. Ook wel bekend als het huis zonder stroom. En het huis zonder water. En het huis zonder wc. En het huis met bewoners zonder kleren.
Laat ik nou niet over alles negatief doen, want het was natuurlijk allerliefst dat ik twee weken mee mocht op vakantie (net zo lief als dit), maar er was geen wc (ik herhaal: geen wc. In de wijde omtrek ook niet) en dat beeld van de moeder van mijn vriendin die met een uitbundige driehoek die net boven tafel piepte onze bordjes met macaroni vulde, ik kon het gewoon niet aan. Toen niet, nu niet, nooit niet.
Ik heb zelden zo hard gelachen als om het verhaal van mijn collega G. Ze ging met haar vriendje in een camper door Zweden toeren. Op een dag zat het allemaal niet mee. Ze reden uren en uren en uren en vonden maar geen goede camping. Toen het al donker begon te worden (en dan is het in Zweden echt laat moet je weten) stopte hij ergens. Een ‘naturcamping’. Een nudistencamping dus. Had zij natuurlijk helemaal geen zin in, maar nu wilde ze slapen en morgen was er weer een dag. Dan zag ze het allemaal verder.
Ze werd wakker van kwetterende kinderstemmetjes en ja hoor, verdomd als het niet waar was, die huppelden dus naakt in de rondte. En de camperkastjes van mijn vriendin stonden hartstikke in echostand dus ze moest wel even naar de campingwinkel. In haar blootje. Er zat niets anders op. Ze zuchtte diep, en nog maar een keer. Klemde haar portemonnee onder haar oksel (waar laat je dat ding anders in je complete naaktheid) en zette de pas in richting buurtwinkel.
Twee stokbroden in haar mandje, een blikje knakworsten en ja, daar was de caissière. In een caissièrepakje. Dat lees je goed. Ze had kleren aan. En de andere klanten ook. ‘Natur’ van naturcamping stond voor natuurliefhebbers, niet voor nudisten. Mijn vriendin bedacht zich maar één ding: hóe kom ik hier weg? Nou ja en nog een ding dan. Moest ze over het kettinkje van de gesloten kassa heen stappen of gezien het totale gebrek aan bedekking op haar lichaam beter er onderdoor?
Met een snelheid waar Dafne Schippers nog een puntje aan zou kunnen zuigen, stoof ze naar haar camper. Daar zag ze haar vriend. Naakt. Helemaal aangepast en ingeburgerd stond hij in adamskostuum het oliepeil van hun campertje te controleren. Ze zag zijn gespierde benen die hij een beetje uit elkaar had gezet en zijn bovenlichaam was voorover gebogen. Eigenlijk zag G vooral zijn twee ballen bungelend bovenaan zijn benen. We. Moeten. Hier. Nu. Weg.
De naaktcamping en wij zijn misschien geen goed huwelijk, maar het is altijd goed voor een paar sappige verhalen op feesten en partijen.