Travel

Travel & Hotspots

Wat ik het liefst in de vakantie lees

Je gaat op reis en je neemt mee… boeken natuurlijk, want eindelijk eens de tijd en de rust om flink wat leesmeters te maken. Beslissen wat er dan precies mee gaat in de koffer is niet altijd even makkelijk. Er verschijnt een hoop nieuwe literatuur natuurlijk, maar soms heb je gewoon zin in klassiek, een boek waarvan je bijna zeker weet dat het je zal bekoren, of in ieder geval niet onberoerd zal laten.

Ik ben een echte papierlezer. Letters op zo’n schermpje hoeven voor mij niet, ik sla graag papieren bladzijden om. Ik hou van de geur van sommige oude boeken – jaren liggen schimmelen in een kelder is geen snufje waard, goed geconserveerd en zoet-stoffig wel. En ik vind het ritselen van de bladzijden bij het omslaan rustgevend. Groot was de vreugde toen ik Dwarsliggers ontdekte: vond ik eerst een beetje mietige dingetjes, maar het is een lekker meeneemformaatje (en geen gewicht – scheelt kilo’s als je Tolkiens beroemde trilogie weer eens mee aan de zwier wilt nemen). En: niets knispert zondiger dan het Bijbelse vloeipapier dat ze gebruiken voor deze miniboekjes.

Goed, voor wie echt nog niet weet wat ‘ie in godesnaam in de koffer zal stoppen, share ik hier mijn kwartetje favorieten voor op vakantie. Want sharen is caren. Ik hoop dat je een parel ontdekt.

Richard Yates – Revolutionary Road (1961)

Amerika, eind jaren vijftig. Frank en April Wheeler zijn een aantrekkelijk koppel dat met hun twee bloedjes in een welvarende Amerikaanse buitenwijk woont. Alles lijkt pais en vree, maar onderhuids vreten verveling en ontevredenheid de fleurige façade van het hoeksteengezin aan gort. Beklemmende roman over de treurnis van het burgerbestaan en het onvermogen daaraan te ontsnappen, ondanks grootse dromen. Prachtig geschreven, brok-in-je-keel-mooi en ondanks de leeftijd van het boek nog steeds actueel.

”Niets knispert zondiger dan het Bijbelse vloeipapier dat ze gebruiken voor deze miniboekjes”

Reif Larsen – De verzamelde werken van T.S. Spivet (2009)

Ontroerend boek over Tecumseh Spreeuw Spivet, een twaalfjarig jongetje dat waanzinnig kan tekenen en uiterst gedetailleerde kaarten, grafieken en natuurhistorische tekeningen maakt – onder andere voor het wereldberoemde Smithsonian Institute in Washington. Als hij daarvoor een prijs toegekend krijgt (het museum heeft geen idee dat hij pas twaalf jaar is), besluit hij als verstekeling in de trein dwars door Amerika te reizen om in DC zijn prijs in ontvangst te nemen. Het meeslepende en met vaart geschreven verhaal is verluchtigd met Tecumsehs tekeningetjes, een kantlijn vol vermakelijkheden. Spannend, grappig en lief.

Nicholson Baker – House of Holes (2011)

Petite pornette voor zwoele zomeravonden. Baker verhaalt over een geheime tuin der lusten waar iedere bezoeker vindt wat hij of zij zoekt: het piemelparadijs met een muur vol gaten waar anonieme roedes hun kop fier opsteken in de hoop op een aai en aandacht, noeste bomen om de liefde mee te bedrijven en weergaloze massagewasserettes waar zelfs de koudste kikkers nog heet voor draaien. Virtuoos geschreven seksnovelle, in de trant van het hallucinogene Naked Lunch van Burroughs. Kei van een boek om je viezewoordenvocabulaire weer eens wat op te krikken.

Roald Dahl – My Uncle Oswald (1979)

Al honderd keer gelezen, maar nog steeds een feest. Dahl is natuurlijk een meesterverteller, iemand die je moeiteloos meeneemt in zijn fabeltastische wereld van verzinsels. Oom Oswald is een bon vivant die handelt in liefdespillen met vermalen kevers, sekspeppers die de gebruiker ervan aan niks anders laten denken dan aan seks. Als hij iemand ontmoet die sperma in kan vriezen, ziet hij daarin een lucratieve handel. Oswald ontfutselt beroemdheden hun sperma, met hulp van zijn pillen en een vrouw. Geestig boek dat je trappelend van genoegen in een ruk uitleest.

Geschreven door Kalinka Hählen

Travel
Top 3
Trending Topics
Top 3