ZO HOUD JE DIËTEN WÉL VOL
Al ruim twee weken doe ik een poging tot gezonder eten. Geen idee of ik al ben afgevallen -ik doe niet aan een weegschaal-, maar het valt me wel op dat die lovehandles al iets minder beginnen te worden. Iets dan, hè.
Al moet ik eerlijk bekennen dat ik deze week wel een béétje buiten mijn boekje ben gegaan en -oké- gezondigd heb als een uitgemergeld dier. Ik was op stap met goede vriendin Lauren en we hadden de verstandige keuze gemaakt om de cocktails te laten staan en te kiezen voor een Martini met ijs. Vond ik al beheurlijk knap voor ons doen. Toen we rond half twee ’s nachts op het punt stonden om weg te gaan uit de foute tent waarin we beland waren, kreeg ik ineens een appje van een andere vriendin. “Kiek, ik eet een kaassoufflé. En het is héérlijk.’’ Oh gosh, als ik ergens een sucker voor ben, dan is het wel een kaassoufflé.
Een kwartier later sta ik in de snackbar. En neem ik niet alleen mijn geliefde kaasvriend…
Nee, ik ging het niet doen. Het ‘na het stappen snacken’ was voorgoed van mijn lijst geschrapt. Iedereen weet toch dat calorieën kleine monsters zijn die ’s nachts stiekem je kast in kruipen en je kleding stapje voor stapje innemen? Ging mij dus echt niet gebeuren. Een kwartier later sta ik in de snackbar. En neem ik niet alleen mijn geliefde kaasvriend, maar ook een fucking patatje oorlog. Ik ga NOOIT meer stappen. Ik eet NOOIT meer een kaassoufflé.
Maar laten we wel wezen: niets is menselijker dan het toegeven aan verlangens. Goede voornemens en wilskracht blijken vaak weerloos bij de aanblik van onze favoriete snacks. Maar wat blijkt uit nieuw onderzoek? Je kan beter tegen jezelf zeggen: “Ik eet dit nog wel eens’’ dan “Ik eet dit echt nooit meer.’’ In een serie experimenten schotelden onderzoekers van de Rotterdam School of Management, Erasmus University en de Houston University hun proefpersonen een aantal verleidelijke, maar ongezonde snacks voor.
Hun verlangen naar snacks nam af en ze aten er ook beduidend minder van
Uit de resultaten blijkt dat het ontkennen van verlangens allesbehalve effectief is. Sterker nog, proefpersonen die het in eerste instantie nog lukte om streng te zijn voor zichzelf en ‘nee’ te zeggen, aten later vaak alleen maar meer van de snacks. Aan andere proefpersonen werd gevraagd om tegen zichzelf te zeggen “dit eet ik ooit nog wel eens.’’ Hun verlangen naar snacks nam af en ze aten er ook beduidend minder van.
Ha, je weet dus wat je te doen staat. Voor nu zeg ik ieder geval tegen mezelf: Ik eet écht nog wel eens een kaassoufflé.
Geschreven door Kiki Düren