12 JAREN UNBOXING
Dit heb ik geleerd
“Hier, neem maar. Welkomstcadeautje.” We schrijven 2004 en ik werk precies vier uur op de redactie van Beau Monde als ik mijn eerste goodie te pakken heb. Een borstel van Mason Pierson met een winkelwaarde van een slordige 100 euro. Het blijkt de aftrap naar een leven waarbij unboxing een dagelijks taakje wordt. Elke dag vind ik wel een doosje op mijn bureau dat wacht om te worden uitgepakt. En als ik terugkom van een week vakantie, tref ik een haag aan dozen. Een ontzettend fijne secundaire arbeidsvoorwaarde indeed, al kan ik je vertellen dat niet elk pakje een fuifje is. Ik ga je nu meenemen in mijn lessons learned.
Groter is niet altijd beter
Sterker, bij een heel grote doos gaan vaak mijn alarmbellen rinkelen. Vooral als het een groot en licht exemplaar betreft. Die combinatie is uiterst gevaarlijk. Meestal betreft het hier een ballon. Ik herhaal: een ballon. Oftewel, de bekende dode mus. Met een beetje pech vliegt ‘ie tegen het plafond (dat bij ons best hoog is) en met nog meer pech vliegt ‘ie ’s nachts voor de alarmsensor en moet je om vijf uur je bedje uit omdat je inbrekers vermoedt maar alleen die verdraaide ballon treft.
Groot is gevaarlijk
Het allerergste verhaal uit mijn carrière. Ik leende voor de finale van Holland’s Next Top Model drie jurken van een heel cool designerlabel dat ik maar even niet noem uit angst dat ik onprettige herinneringen oproep. Ze kwamen in een kartonnen doos waar ik een driedubbele salto in kon maken met een spagaatje toe, zo groot was die. Er zat ook een echte stang in waar de jurken aan hingen en onderin de doos stond een paar laarzen dat hoorde bij de look. Echte modellenlaarzen (te groot bij de voet, te nauw bij de kuit), dus ik paste ze niet en besloot ze in de doos te bewaren. Daar zou ik de jurken immers in terugsturen dus dan was het allemaal maar mooi geordend. Zo dacht ik. Tot ik de dag na de uitzending de jurken keurig terug wilde hangen en nergens De Doos aantrof. En geen doos = ook geen laarzen. Die had dus een of ander type in een zeldzame bui van vlijt (je moet hier voor de grap eens in de achtertuin komen, ik kan je vertellen: het uit de weg ruimen van grote dozen is blijkbaar een stuk aantrekkelijker voor mensen dan het legen van het bord waar de peuken op worden uitgedrukt) uit de weg geruimd. En die had voor het gemak even niet gekeken of daar toevallig nog iets in zat.
Ik herhaal: een ballon. Oftewel, de bekende dode mus
Gewicht is ook een ding
Je moet weten dat echte prestigemerken niet op de verpakking communiceren dat zij de afzender zijn. Zie je heel groot Gucci of Prada op een doos staan, dan wordt het voor bezorgers of pandgenoten misschien wel te aantrekkelijk om de doos niet te openen. Inmiddels zijn wij zo door de wol geverfd dat we aan de streepjescode die dienst doet als postzegel al zien wie de gulle gever is. “Er is iets van de firma Vuitton voor je bezorgd. En ook iets van Dior.” De Chanel-delivery wordt ook altijd met ingehouden adem ontvangen. “May, er ligt een groot pakket van Chanel!” kon Jet opgewonden door de telefoon roepen. Gevolgd door een “Kom SNEL naar kantoor want ik houd het niet langer.” Mijn standaard vraag was of de doos zwaar was. Een beetje zwaar is goed (want fijne beautyproducten of misschien een tas), te zwaar weer minder want dat betekent vaak een boek en natuurlijk zijn we ook heel blij met de boeken van Chanel, maar ja maar ja maar ja. Wat zou jij zeggen als je mocht kiezen tussen een boek en een tas? Nou dan.
Confetti
Tipje voor als je iets opstuurt naar een redactie en hoopt dat ze iets met je product gaan doen. Vermijd, ontwijk en negeer stelselmatig confetti en alles wat daar maar bij in de buurt komt. Het allerergst zijn die gekartelde, kartonnen reepjes die de hele vloer bezaaien. Dan moet er wel een heel leuk cadeautje in de doos zitten om te compenseren dat je een kwartier aan het vegen bent. Maar eerlijk gezegd heb ik het nog nooit meegemaakt dat er in een pakje met kartonnen reepjes een echt leuk item zat. Helaas.
Laag over laag
Ik heb wel eens een enorm grote, langwerpige doos op mijn bureau gehad. Met strik en alles erop en eraan. In de doos zat een kleiner doosje, omwikkeld met foliepapier. Daarin zat weer een pakje met een pakje. Het was potdorie een designer-matroesjka. Ik werd hebberiger en gretiger met de sconde. Wat er uiteindelijk in zat? Een kaart, mensen. Een kaart. Niet eens een kortingskaart. Jongens.
Als jullie me de meest verwende persoon van het universum vinden, begrijp ik dat. Om het maar positief af te sluiten: dit zijn de pakjes waar ik wél blij van word.
Confetti in een zakje
Als je dan toch los wilt gaan met confetti, vang het dan op in een doorschijnend zakje en plak dat op hetgeen je wilt opsturen. Geeft geen rommel en staat veel mooier.
Makkelijk
Zorg dat de doos makkelijk open gaat. Als ik mezelf bijkans een slagaderlijke bloeding heb geprikt omdat ik me met de schaar door zeven lagen ducttape worstel, is het plezier me al bijna vergaan. Denk aan de ontvanger; die heeft weinig tijd. Don’t hate me. Het is nu eenmaal zo.
Persoonlijk
Een handgeschreven kaartje, een mooie sticker van het bedrijf dat de afzender is; zorg ervoor dat de ontvanger blij wordt van wat je stuurt. Je hebt de moeite genomen om het in een doosje te stoppen en het te verzenden. Maak het dan ook helemaal goed af.
Betaal portokosten
Gebeurt ons ook minstens één keer per week dat ik PostNL op mijn dak krijg omdat iemand anders iets naar ons heeft gestuurd maar te weinig postzegels heeft geplakt. En oh wee als het diegene van die kartonnen ribbeltroep is, dan zwaait er wat.