13 Jaren ’80 trends die we vergeten waren
(en dat is maar goed ook)
Het kwam allemaal door Parijs. Nou ja, niet per se door Parijs, maar wel door het appartement dat we er huurden. Buurt, top, aantal vierkante meters: geweldig. Maar de inrichting, die bracht een hoop herinneringen met zich mee. Aan het decennium dat we op heel veel vlakken missen, maar wat interieur betreft we best blij zijn dat we een paar zaken achter ons hebben gelaten.
1.De lavalamp
Weet je nog? Die Expo-winkels die je in elke belangrijke winkelstraat had? Met die Pauze-posters (Pauze was een tijdschrift dat op school werd uitgedeeld en waar posters in zaten die je stiekem best leuk vond. Jongen en meisje zoenend boven een auto, een rij New Yorkse hoogwerkers die op een balk hoog boven de stad balanceren en zo verder. In die winkels dus verkochten ze ook de lavalamp. Kon je uuuuren naar kijken. En je vónd het wat.
2. De ganzen of de eend
Oké, ik hoop van harte (‘van ganser harte’ zeggen is nu te flauw) dat je deze toen al hebt overgeslagen, want ze konden natuurlijk echt niet. Van die tweedimensionale uit hout gesneden ganzen die dan zo gezellig voor je keukenraam stonden.
3. De onderzetter
Altijd als iemand een onderzetter onder mijn glas schuift, word ik een beetje ongemakkelijk. Ik vind het altijd iets verkrampts hebben. Precies niet het gevoel dat je wilt hebben als je bij iemand op bezoek bent, lijkt me zo. Maar goed. Voorkeur hadden de exemplaren die aan de bovenkant glanzend waren en een kurkrandje hadden aan de zijkant. En oh ja, met een afbeelding van Renoir of Matisse er op. I plead guilty. Maar ik was zo jong.
4. Het boeddhahoofd (liefst in een kleur)
Een paar wierookstokjes ervoor, wat in maanlicht gedrenkte stenen erbij draperen en klaar. Deze trend heeft de jaren tachtig overleefd.
5. Het kansloze schilderij
Die je dus kocht bij die Expo. En dan kocht je een ‘artistieke’ versie van een plek waar je geweest was. Op interrail. Liefst met lelijke lijst. San Francisco, Los Angeles, Sydney.
Kon ook zomaar in wit. Lekker klein en vierkant. En hip dat we het allemaal vonden
6. Lamellen
Die waren dus ooit hip, lieve jonge lezeressen van me. Lamellen waren de nieuwe luxaflex.
7. De convectorput
Dat had iedereen ineens. Maar echt iedereen. De verwarmingen waren ineens allemaal, floeps, de grond in getoverd. En irritant dat het was als je ineens je elastiekje/tijdschrift/snoepje erin had laten vallen.
8. Plavuizen
Kon ook zomaar in wit. Lekker klein en vierkant. En hip dat we het allemaal vonden.
9. Zwart, wit, rood en grijs
Dat waren de kleuren. Van je bank, je kussens, je lampen, je kleed, je dekbed: alles. Álles.
10. Glazen tafels
In allerlei varianten. Mijn ouders waren wat strakker en hadden marmeren schotsen waar een grote, glazen plaat op lag. Ouders van vriendinnen hadden glas boven een zwart onderblad waartussen je dan iets artistieks kon neerleggen. Bijvoorbeeld wat orchideeën. Ofzo.
11. De zitkuil
Ik moet zeggen dat ik die dus reuzeknus vond. Maar hij was er. Overal.
12. De kauwgomballenautomaat
Of nog beter: een telefoon die aan de kauwgomballenautomaat vast zat. Ik deelde hem met mijn huisgenootje en vrat altijd stiekem in het weekend als zij er niet was alle kauwgomballen op. En dan gauw weer aanvullen op maandagochtend als de Jamin open ging.
13. De piekenpijp
Weet je nog? Weet je nog? Zo’n meterlange, ronde pijp waar je elke gulden die je over had in gooide. En als ‘ie vol was, ging je ineens een dagje uit.
Ik weet nu al wat ik over twintig jaar over deze tijd ga schrijven. De ingelijste vlinder, betonnen vloeren, de stalen deur… De stolp. Voorlopig ga ik het nog even ontzettend leuk vinden.