Angst voor de blauwe brief
Daar ligt ‘ie, tussen mijn stapel post. Briefpost vind ik normaal een feest, daar spat de inzet vanaf (iemand is toch van de winkel naar huis naar de brievenbus voor je gestruind), maar de blauwe met het doorzichtige venster niet. Als in: daar krijg ik het wurgachtig benauwd van. Die mik ik met grootse werpkunst de kast in of moffel ik onder andere stapeltjes weg.
Nu denk je vast: huh, een blauwe brief? Die krijg je toch nooit meer? Dat bedoel ik. Als je er één krijgt, is het dus bijzonder bal. Dan ben je de sigaar, de pineut, de lul (pardon my French) en de Sjaak. Hoi, ik ben Adeline de Sigaar Pineut Lul Sjaak, want ik heb niet één blauwe brief ontvangen maar twee. En die heb ik, for your information, allebei nog niet opengemaakt. Ook al staat er op eentje: ‘direct openen’. Echt, hoeveel angst kun je een mens aanjagen?
Belastingdienst a.k.a. leuker kunnen we het niet maken, maar zeker wel aanzienlijk enger. Ik krijg paniek van jullie brieven. Die blauwige kleur, het materiaal van de envelop (voel maar eens, die is anders), het variëren in kleuren op de brief (als je ‘m durfde open te maken), het knisperen van het doorzichtige leesvenster… Ik krijg er postontwijkend gedrag van.
Sinds kort is de boekhouder in mijn leven. We gaan heel goed samen, ik doe op tijd aangifte en voer mijn bonnen keurig in het systeem in (een uur voor ik een afspraak met hem heb). Hij stuurt me factuurtjes, die ik op tijd probeer te betalen. Doe ik dat niet, dan krijg ik vriendelijke reminders met: ‘je bent het vast even vergeten’. En dat ben ik dan inderdaad, lakse troela die ik er ben. Ook drukt hij me bij het verlaten van zijn keuken (dat dienst doet als kantoor) op het hart dat ik wel binnen een week de hele rambam over moet maken naar mijn vrinden bij de Belastingdienst. Gewoon, om de boel fris te houden. Dat vergeet ik dan weer en zo krijg je deze situ’s plus postontwijkende taferelen.
Eigenlijk durf ik nu zelfs niet naar huis en denk ik eraan om tot de kleine uurtjes over te werken. Of gewoon meteen een kroeg in te duiken en dan vanavond laat door te waggelen naar de slaapkamer. Echt niet dat ik na twee flesjes nog aan een blauwe brief denk. Maar het is tijd om groot te zijn. Volwassen, als het zo nodig moet. Ik doe het gewoon. Morgen maak ik die twee hufters open, beloofd. Denk ik.