De 9 soorten schoolpleinmoeders

Vanochtend nam ik mijn moeder mee naar het schoolplein. Sint kwam en dan zijn ook grootmoeders en grootvaders welkom. Het was een feest. Ik vind het het liefste moment van het jaar. Met kinderen op de schouders en gearmd met vriendin-moeders de Sint welkom heten. Een hoge concentratie moeders, want we zijn types bij elkaar, hoor. Mijn moeder (grootmoeder dus) vroeg om een handleiding en omdat ik me voor kan stellen dat het van pas kan komen, deel ik ‘m: een handleiding moeders op het schoolplein voor dummies. Raad jij maar bij welk clubje ik hoor.

1. De linksgedraaide

Die zijn er tegenwoordig steeds meer, moet je weten. Linksgedraaid en zelfgebreid. Kinderen zijn nog net ingeënt, maar het fruit is bio, onbespoten en als het even kan in maanlicht geweekt. Gelieve geen plastic speelgoed in de buurt van deze kinderen te houden en de mobiele telefoon te wikkelen in aluminiumfolie vanwege de straling. Begrijpelijk.

2. De workaholic

Heus dat ze kinderen heeft, maar manlief doet het huishouden en zij verdient de knaken. Ja, zo noemt ze het zelf ook. Eens per maand komt ze mee de kinderen naar school brengen. Dat staat in haar digitale superagenda en haar secretaresse herinnert haar er de avond tevoren nog even aan. Oh ja, de kinderen. Ze loopt met rechte rug en blijft extra lang in de klas hangen opdat iedereen haar wel heeft gezien. Ze is er nu namelijk. Dat vraagt om applaus. Ze bekijkt de kinderen en hun werkjes alsof het de nieuwste expositie van het Guggenheim in Bilbao betreft, trekt haar kasjmier jas nog eens flink over haar schouders en trippelt op haar hakjes richting haar zwarte leaseauto.

3. De hoe doet ze het toch?-moeder

Ze heeft vier kinderen en een hond. Bakt zelf het brood en als jij de trommel van jouw kind bent vergeten, heeft ze altijd wel een oplossing in haar bakfiets. Ze is de moeder die ook fotografeert bij evenementen op school, haar huis is immer aan kant (zelfs als je spontaan binnenvalt) en ze is nog gezellig ook. Ik zei het toch: hoe doet ze het?

4. De schmotz

De moeder die op bijles zou kunnen bij nummer 3. Haar kind levert ze rustig af met een chocolademelksnor en knopen in het haar. De truitjes zijn immer verwassen (of heeft hij altijd hetzelfde aan?) en soms is de trommel leeg. Verkeerde meegegeven. De schmotz is lief, heus, maar ze moet misschien even op vakantie. Alleen.

5. Het strebertje

Ze heeft drie kinderen maar mikt op vier. Al is dat wel een bijbaan, want de kinderen moeten op een teamsport (goed voor de geest), een instrument bespelen (belangrijk, belangrijk) en vooruit, dan mogen ze ook nog op een sport die ze zelf leuk vinden. Tel daar nog bij op de huiswerkmomenten (want je kind moet natuurlijk wel bij het plusgroepje horen) en je zit zo aan een 60-urige moederweek. Gelukkig is daar het fenomeen nanny. Mag ik er twee bestellen?

6. De gezelligerd

Ze wordt altijd om vijf over half negen de klas uitgeveegd door de juf omdat ze nog staat te babbelen. Een luisterend oor voor iedereen, weet de verjaardagen, informeert naar de gezondheid van je schoonvader en oh ja, wanneer kwam jullie pupje nou?

7. De ik regel het wel even-moeder

Ze heeft een baan, maar dit pakt ze er even bij. De catering regelen voor het kerstdiner? Geen probleem. Wat extra Pieten nodig? Ze trommelt haar grotere kinderen en hun vrienden op. En hoor je nu dat ze ook nog stewardess is naast haar andere baan? Respect.

8. De braverik

Als zij langs je huis loopt op de terugweg  van haar gang naar school, is het voor jou het teken dat je kinderen de schoenen aan moeten trekken. Zij staat te dartelen voor de schoolpoort nog voordat de eerste bel is gegaan. Als er surprises worden gemaakt zit ze samen met haar man aan tafel te knutselen. In opperste staat van serieusheid. En of je alsjeblieft niet aan haar nietmachine wilt komen. Dank je.

9. De leukste

Ze heeft het zwaar gehad. Ziek enzo. Echt ziek. Maar nu is ze er weer. Ze is er nog. Alles grijpt ze aan. Klassenmoeder? Ja hoor. Klas versieren? Tuurlijk. Ze weet wat belangrijk is in het leven. Oordeelt niet, al is ze niet vies van een klein roddeltje op zijn tijd. Ze is een mens, toch? Bij de intocht zingt ze hard mee. Gearmd met haar vriendin. Ze kent de dansjes en de woorden. En tussendoor fluisteren ze tegen elkaar dat het toch zó fijn is dat ze er nog is.