De zomer is vermist
Oké, laten we het dan toch maar even over het weer hebben. Sodeknetter jongens, dit is toch absurd? Een frisse zomerbries half juni ben ik gewend, maar dat je uit je verschoning waait (zoals mijn opa het noemt) in augustus vind ik nógal overdreven.
Ten eerste: het is warm.
Als je jezelf ’s ochtends voor het raam met een kop koffie moed indrinkt, dan krijg je het idee dat het koud is. Maar serieus koud. Als in: een jasje en dasje kunnen geen kwaad. Nou, toevallig wel, want het is gewoon warm. Tref je per abuis een uit-de-wind-in-de-zon-situ, dan staan de stralen in je knieholte. Ja, ik zeg het maar even zoals het is.
Ten tweede: het is koud.
De eerste van augustus is gepasseerd, dus dan kun je zonder jas. Ha-ha-ha, grapje zeker. Met mach zes waait de wind door je, net wat optimistisch blote, top. En denk ook maar niet dat je tot twaalf uur op je balkon kan chillen, dat doe je in oktober maar weer.
Ten derde: ik heb zin in erwtensoep.
Goede, gebonden snert. Guur weer vraagt om stevig voedsel. Laat ik nu allemaal lekker luchtige dingen in de koelkast hebben liggen (Simone is een trotse moeder), maar ik snak naar stamppot en soep waar je lepel rechtop in blijft staan.
Ten vierde: je hebt niks om aan te trekken (maar je hebt wel nieuwe dingen gekocht).
Ook zoiets, wij lekker al die zomercollecties terug naar huis slepen, maar denk maar niet dat je het aankan. Die rok wappert zo omhoog naar liever niet te showen regionen en bij de off the shoulder is het juist weer wat fris rond de hals.
Ten vijfde: een kapsel is geen optie.
Laat maar, laat maar gewoon. Echt, die borstel is niet nodig, je hoeft geen half uur in de krullers en de stijltang is al helemaal een giller. Als je één stap buiten de deur zet, verregent of verwaait alles wat je leuk leek op het hoofd zo naar de gallemiezen.
“Is augustus nou HELEMAAL gek geworden?”
Ten zesde: de zonnebril dient als diadeem.
Want dan doet ‘ie tenminste nog iets. Precies.
Ten zevende: voor je het weet, zit je in een wet T-shirt contest.
Voor de zekerheid hul jij jezelf in een jeans en wit shirt, want dat is bij alle graden Celcius nog redelijk te overleven. Hup, op het fietsje naar het werk en dan krijg je de grootste bui uit de geschiedenis op je dak. En op je shirt. Je natte shirt. Zit je meteen in een contest. Kom je weer zo gênant aan op kantoor met de dames in het zicht. Gedoe.
Ten achtste: je zomerkleurtje verdwijnselt.
Al die zorgvuldig aangebrachte uren zon op de stelten vliegen het been af. En als dan straks de zon weer schijnt geef je licht. Dat is dus zuur.
Ten negende: het windscherm moet mee naar het terras.
Ik dronk gister een klein glaasje bij de buren op het terras. Nou, ik moest de voet van mijn glas zo stevig vasthouden, anders was mijn vino zo het terras over geblazen. De regen leek trouwens ook horizontaal, dat wapperde zo de overkapping onder.
Ten tiende: witte wijn smaakt anders.
Die wijn, die smaakt toch minder zonnig zonder zon.
Ik hoor hier op links dat dit weekend de zon schijnt. Op Ibiza is het weercijfer de hele week een tien, zei de Ibizaganger op rechts die morgenochtend vliegt (ik ga haar dus zo genadeloos de redactie afjagen, dat begrijp je). May laaft zichzelf met haar geliefde onder de zon in Saint-Tropez. En ik? Ik ga vanavond een vakantie boeken. Is augustus nou he-le-maal krankjorum geworden.