Liegen tot je erbij neervalt
Na de duizendste vage brij aan woorden wist ik het zeker. Oh jawel, ik had al-lang zo’n dubieus, weeïg gevoel in de onderbuik, maar ik gaf mezelf op mijn kop met de gedachte dat iemand zoveel pech toch niet bij elkaar fantaseerde. Toch had ik gelijk (en dan wil je het juist een keertje echt niet hebben); het type in kwestie loog alles aan elkaar. Op een pathologische manier. In elkaar geknutselde bestanden (waarvoor dank, Photoshop), gesprekken met niet-bestaande personen, een huwelijk op de klip dat niet op de klip liep… Dan denk je dus eerst: lullig voor mij, maar gedag zeggen en doorgaan. Alleen had ze de groep, die bestond uit de allerliefste vrijwilligers van een stichting, voor duizenden euro’s opgelicht. Mijn god, wat nu?
Je hebt het leugentje om bestwil, dat praktiseren we allemaal. Onderzoek zegt zelfs dat we dat twee keer per dag doen, ooooeps. Dan heb je de vrouw of man die er wat van kan en die gewoon vaak en veel liegt. Niet sympathiek, maar als er maar niet te veel lievelingen de dupe zijn. De misselijkmakendste vorm vind ik persoonlijk de pathologische versie, dat je met voorbedachten rade alles aan elkaar verzinselt. Maar wist je dat er ook zoiets als een liegziekte bestaat? Dat is een pseudologia fantastica, wat betekent dat je in je eigen leugens gelooft. Hoe lullig ik dat ook vind, de naam is dan wel weer behoorlijk cool.
De leugen is trouwens te herkennen. Bummer, die info had ik best wat eerder kunnen gebruiken. Ik zou dus het liefst de Pinokkio-situatie zien als optie met groeiend neusje, maar het ontbreekt me aan die magie. Iemand is natuurlijk altijd onschuldig tot het tegendeel bewezen is, maar er zijn verbale en non-verbale signalen die je op weg helpen om een leugenaar te identificeren.
Via de zijstraat
De leugenaar is een meester in vage antwoorden geven. Stel je een vraag en krijg je geen direct antwoord? Dan zou je zomaar te maken kunnen hebben met een Pinokkio. Een leugenaar liegt van nature liever niet (ja, gekkig) en doet er alles aan om zijstraatjes te nemen. Dit kan via een ontkenning, alias de ik-doe-alsof-ik-er-niets-van-weet-manier. Het liegbeest noemt het beestje ook liever niet bij de naam, daarom worden er verzachtende omstandigheden aangevoerd. Een leugen kan dan ineens gepresenteerd worden als vergissinkje. De leugen is ingestudeerd en dat haalt de nonchalante kletspraat ook nog weleens uit een gesprek. Is een verklaring aan elkaar gelijmd met formeel gedoe? Dan zou het zomaar een fantast kunnen zijn.
Lees de tekenen
In de houding van de fantast zijn ook afwijkingen op te pikken. Iedereen weet al dat een leugenaar vaker naar links kijkt, maar omdat iedereen dit weet, wordt hier zorgvuldig op gestudeerd en gaat het daarom vaak niet op. Let op nerveuze trekjes, onthoud goed hoe de mimiek van een persoon is bij de waarheid (iemand liegt niet non-stop) en let op de knipperfrequentie van het oog. Hoe minder er geknipperd wordt, hoe meer het wijst op een leugen.
Een slim trucje
Een leugenaar praat liever niet over de leugen en veegt die het liefst onder een willekeurig tapijt. Ja, ingewikkeld. Maar je kunt dus even polsen hoe iemand reageert als je later terugkomt op het onderwerp. Zie je allemaal nerveuze trekjes over het gezicht vliegen, dan zou het zomaar eens zo kunnen zijn. Onthoud wel dat de pseudologia fantastica in eigen leugens gelooft, dus bij die persoon moet je gewoon keihard bewijzen verzamelen.