May in Tropez
“Ik vind het helemaal geen bijzondere stad.” “En het is ook helemaal niet tropisch.” Ah, de verslaggeefster van RTL Boulevard geeft haar kijk op Saint-Tropez. Stad? Saint-Tropez is een vissersdorpje, een havenplaatsje met een schamele 6000 inwoners. En tropisch, lief kind, dat is het gebied tussen de keerkringen Het eilandenrijk Indonesië, zuidelijk Azië, de noordelijke helft van Australië, Midden-Amerika en het grootste deel van de continenten Afrika en Zuid-Amerika vallen erbinnen.
Dat ga je dus niet vinden in Saint-Tropez. En ja, de stranden in Nederland zijn misschien breder, maar daar kom je net even iets minder snel Niki Lauda tegen. Of Pamela Anderson, want die was er ook. Onze vriend Bram, die ik tegenkwam bij mijn lievelingsbakker La Tarte Tropezienne, was de dag ervoor in Bagatelle Beach, waar Richie Sambora toevallig ook was. En die had wel even zin om een moppie te zingen (Richie hè, niet onze vriend Bram), et voilà, het dak ging eraf. Dat is Saint-Tropez.
Wij dronken na het eten bij Le TIGrr (een aanrader, al is het maar om het geweldige terras, uitzicht, eten, knappe mensen en zo kan ik nog wel even doorgaan), het restaurant van hotel Ermitage en namen nog een afzakkertje bij Senequier, een iconisch etablissement in het haventje van Saint-Tropez. Ik keek naar rechts en wie zat daar, vier tafeltjes verderop? Karl Lagerfeld.
Ik was in het vissersdorpje (waar weliswaar maar 6000 mensen wonen, maar waar elk jaar vijf miljoen bezoekers komen) omdat Jan des Bouvrie 75 kaarsjes mocht uitblazen. Dat werd gevierd bij Tropezina, een prachtige strandtent naast Haïti. Er was champagne, er was rosé, er was mijn lievelingslunch (via ham, meloen, mozzarella en pizza met truffel langs pasta en gamba’s naar rood fruit, watermeloen en kleine Tropez-taartjes), er werd gezongen (van René Froger via zijn zoon langs de aan lager wal geraakte afwashulp), er werd gespeecht, er werd gedanst en ineens lag ik met Peggy (die was er ook, want zij is al meer dan dertig jaar bevriend met Jan en Monique) in een lauwwarme zee. Oftewel ‘pislauw’, zoals Peggy het noemt. Wil je trouwens even gluren in de kledingkast van onze Pegs? Mag hoor, kijk maar.
De middag eindigde in een avond met verse vrienden, open gesprekken en een flesje limoncello dat ineens leeg was. De volgende dag gaan we naar Blanc Bleu, de winkel waar ze het allermooiste zeeblauw in hun kleding verwerken. Mijn liefde geeft me de perfecte handbeschilderde marinière (deze had ik nog niet) en een Blanc Blue-blauw overhemdjurkje. De eigenaar maakt koffie en koopt speciaal voor ons even melk aan de overkant. En als we weggaan, mag ik nog een sjaal uitkiezen.
Saint-Tropez. Misschien niet tropisch, wel magisch.
Wil je meer over Saint-Tropez lezen? Kijk hier maar even voor mijn fijnste plekken.