“Mijn handicap maakt me sterk”
Heb je al die sterke vrouwen gezien op Amayzine.com deze maand? Dat kan bijna niet anders. Maar ik ken dus een vrouw die jij ook moet kennen. Elianne (27) strugglede dertien jaar met de ziekte van Lyme en haar handicap, maar ze kwam met haar rolstoel uit de kast op de catwalk van Amsterdam Fashion Week.
En nu is ze gewoon finalist in de Mis(s)verkiezing. En daarom gaan we in gesprek met deze beauty, brains én wheels.
Je ging van een teruggetrokken bestaan naar een show op de catwalk, een flinke omslag?
“Mijn ziekte en rolstoel hebben me vroeger heel onzeker gemaakt, maar nu is het juist de rolstoel die me zelfvertrouwen geeft. Als ik op twee benen had gelopen in plaats van op twee wielen, dan was ik met mijn één meter negenenvijftig nooit in de modellenwereld beland. Nu ligt er een contract van een Italiaans bureau voor me klaar. En dat niet alleen, ik zit in de finale van de Mis(s)verkiezing. Als ik win, word ik ambassadeur van de stichting van Lucille Werner. Soms is het nog moeilijk te bevatten, maar dit is het bewijs dat ik er mag zijn. Als je een handicap hebt, dan gaat het altijd over wat je níet kan. Ik wil juist een brug slaan tussen de gehandicaptenscene en de rest van de wereld. Daarom maak ik zelf de eerste grap, dan haal je het ongemakkelijke weg. Je krijgt de mentaliteit die je geeft altijd terug.”
Dat lijkt me niet makkelijk. Zag je leven er vroeger heel anders uit dan nu?
“Ja… In het begin wist ook niemand wat ik had, na acht jaar onderzoek bleek het Lyme te zijn. Ik ontwikkelde in die tijd een eetstoornis die onbehandelbaar leek, kreeg epileptische aanvallen, kon steeds moeilijker lopen en was bang om het huis uit te gaan. Dat heb ik per meter op moeten bouwen. Pas lag ik nog in het ziekenhuis, omdat ik ineens veel aanvallen had. En toen ik thuis kwam, merkte ik dat ik daardoor angstiger was geworden. Op zo’n punt ga ik naar de moeilijkste plek die ik ken, dat is voor mij IKEA. Het is supergroot, je hebt overal prikkels, mensen, veel informatie en kan niet zomaar naar buiten. Dan denk ik: shit happens en dan zorg ik ervoor dat het wél goed gaat. Ik laat me niet bang maken en ik blijf niet thuis zitten.”
“In het OV zijn het trouwens altijd de leuke jongens die vragen of ze me met mijn rolstoel uit de trein moeten tillen. Kijk, dan hoor je me niet, haha.”
En hoe gaan mensen met je om?
“Soms praat iemand nog weleens over me heen met mijn vader of moeder. Dan denk ik: hallo, ik ben hier. Gebeurt me bijna niet meer, hoor. Mensen vinden mijn rolstoel cool, maar ik krijg af en toe ook onbegrip. Ik kan op mijn betere dagen nog wel een paar meter lopen. Lyme is een gekke ziekte, het is niet als een been dat je niet meer hebt. De ene dag kan ik een paar stappen lopen en de dag daarna heb ik geen beenfunctie meer. Daar snappen mensen niets van, dan noemen ze je een faker. Dat begrijp ik niet. Kom gewoon naar me toe als je het niet snapt, dan leg ik het uit. Maar als ik door vreemden aangesproken word omdat ik naar het invalidentoilet ga zonder rolstoel, dan steek ik er geen energie meer in. En in het OV zijn het trouwens altijd de leuke jongens die vragen of ze me met mijn rolstoel de trein uit moeten tillen. Kijk, dan hoor je me niet, haha.”
Hoe komt het dat je hier nu zo goed mee om kan gaan?
“Omdat ik anderhalf jaar terug alles losgelaten heb. Ik zat in zo’n klotesituatie. Ik zag het niet meer zitten en gaf mezelf nog één jaar, maar dan moest ik van mezelf wel leven alsof het mijn laatste was. Daarom reageerde ik ook toen ze rolstoelmodellen zochten; wist ik veel dat het voor Fashion Week was. Mijn gezondheid ging toen ik drieëntwintig was achteruit, maar mijn hondje Thyro leerde alleen maar bij. Hij begon als buddy voor mijn eetstoornis, maar het was zo’n sensitieve hond dat hij ontpopte tot hulphond. Nu heb ik Skylar, een pup die ik ook aan het trainen ben. Die twee zijn mijn wandelende reminders. Ik krijg ook bedankjes van mensen met een handicap, want eigenlijk praat niemand erover. Met mijn Instagram probeer ik te laten zien dat een rolstoel cool is.”
Je dromen komen uit, wat staat er nog meer op je bucketlist?
“Ik zat vorig jaar aan de koffie met een kennisje en toen zei ik: ‘Ik wil niet dat mijn ziekte voor niks is geweest.’ De dromen die ik toen uitsprak waren niet bescheiden en tot nu toe zijn ze allemaal uitgekomen. Behalve dan de droom dat ik bij Humberto Tan aan tafel wil zitten.”