Opgroeien in Parijs
Ik noem mezelf altijd het expatkindje van onze Amayzine-familie. Diegene die altijd zó hoopt dat als er iemand bij ons op de redactie komt en we een voorstelrondje doen, ze niet aan me gaan vragen waar ik vandaan kom. Met alleen ‘Nederland’ als antwoord is men vaak niet tevreden. Maar om nou elke keer mijn volledige upbringing te delen vind ik persoonlijk ook niet nodig. Als ik dan weer zeg dat ik in Londen ben geboren, krijg je natuurlijk gelijk: ‘Oh ben je Brits?’ ‘Uh, nou nee, dat ook weer niet.’ Maar vraag me waar ik me het meest thuis voel en dan zeg ik wel altijd: ‘Parijs.’
Parijs heeft mijn hart, net als dat van vele anderen, veroverd. Op jonge leeftijd al. Ik was zeven toen ik er voor het eerst naartoe verhuisde met mijn familie. Een enorme verandering na vijf jaar in Ankara te hebben gewoond. Maar die verliefdheid, die was er gelijk. Moeilijk vond ik het dus zeker toen we met de familie na drie jaar naar Kopenhagen werden overgeplaatst. Ook een fantastische stad, maar Parijs, jongens en meisjes, Parijs is mijn allergrootste liefde. Dus toen we na vier jaar Kopenhagen weer terug mochten, was mijn hart weer heel.
Afgelopen zomer nam ik mijn moeder voor haar verjaardag voor een lang weekend mee terug naar de stad die acht jaar lang haar thuis is geweest. Je moet weten: mijn moeder heeft een jaloersmakende reisgeschiedenis. Toen ze voor KLM werkte, heeft ze al veel van de wereld mogen ontdekken, en toen ze daarna met mijn vader als diplomaat overal ter wereld mocht wonen, zijn haar paspoorten aardig vol gestempeld. Maar vraag aan haar waar ter wereld zij met heel veel liefde terug komt, en dan is haar antwoord hetzelfde als dat van mij: Parijs. Snap je nu ook dat die travel bug bij mijn familie in het bloed zit?
Parijs blijft magisch
We deden ons vaste rondje door de stad. Altijd startend bij de WHSmith-winkel op Rue Rivoli, langs Le Palais Royal en het Louvre richting de andere kant van de Seine naar een van ons geliefde oude buurtjes, om via Boulevard Saint Germain bij Rue du Bac aan te komen en bij Café Saint Germain een wijntje te drinken. Dat verveelt nooit.
Maar god, ja, waar ik dus naartoe wilde met dit verhaal. Paris was a learning experience voor me. Wat ik heb geleerd in de zeven jaar dat deze stad mijn thuis was? Veel, heel veel. Onder andere dit:
- De Fransen, die zijn zo erg nog niet. Ik mag ze heel graag zelfs. Misschien heb ik dan the advantage dat ik wel een aardig woordje Frans kan waardoor ze misschien iets vriendelijker overkomen, maar eerlijk? De toeristen in Nederland kunnen ook soms het bloed onder je nagels vandaag halen.
- The French have a great memory. Toen mijn moeder en ik afgelopen zomer naar onze vaste falafelzaak (waar ze namelijk altijd met
mijn vader kwam) gingen in Le Marais, herkende de eigenaresse
mijn moeder. En je moet weten: mijn ouders zijn in 2008 weggegaan
uit Parijs. - Je zult forever verpest zijn als het aankomt op brood. Niemand krijgt het zo voor elkaar als de Fransen.
- Dat het zo veel chiller is om gewoon altijd één zoen te geven in plaats van drie. Die drie vind ik sowieso nergens op slaan en vaak blijf je ook nog eens een beetje hangen, want dan wil de ander je maar één geven en wordt het vet awkward when you go in for another.
- Die Parisienne style die je zo graag wilt? Dat gaat je nooit lukken. Zelf niet als je zeven jaar in de hoofdstad hebt gewoond. Het zit gewoon bij de Franse dames in het bloed.
- Je kan zo veel baguettes, kaas, eclairs eten als je wil, want als je in Parijs woont, dan ga je spontaan veel meer lopen (de stad is veel te mooi om dat niet te doen). Die calorieën loop je er dus zo weer af. Bij dezen
hoef je je nooit meer af te vragen hoe die Franse dames altijd zo
petite blijven. - Maakt niet uit hoe vaak je ‘m hebt gezien, elke keer als de Eiffeltoren gaat sprankelen om het uur, stop je waar je mee bezig bent en ga je kijken. Het liefst met een glas rood er bij.
- Parijs blijft magisch.
From Paris with love. Want ja, daar zit ik nu. Amayzine does Paris, en ik ben het gelukkigste meisje op aard.